Wat is de hel?
(1932)–K. Schilder– Auteursrecht onbekendK. Schilder, Wat is de hel? (derde druk). J.H. Kok, Kampen 1932
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken in Nederland te Kampen, signatuur: 22 H 52
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Wat is de hel? (derde druk) van K. Schilder uit 1932.
redactionele ingrepen
p. 213-250: de eindnoten op deze pagina's zijn in de lopende tekst doorgevoerd. Betreffende pagina's zijn daardoor komen te vervallen.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. 2, 8, 258 en 260) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina 1]
WAT IS DE HEL?
[pagina 3]
WAT IS DE HEL?
DOOR
K. SCHILDER
GEREFORMEERD PREDIKANT
DERDE HERZIENE EN VERMEERDERDE DRUK
UITGAVE VAN J.H. KOK n.v. KAMPEN - 1932
[pagina 251]
INHOUD.
WOORD VOORAF | 5 | ||
HOOFDSTUK I. INLEIDING | 9 | ||
§ 1. | ‘De hel’; maar niet die der orthodoxie | 9 | |
‘Hel’ en ‘hel-beschouwing’, 10 - Hellebeschouwingen zonder hel, 11 - Afwijzende bulletins van de ‘grens’wacht, 12 - Xenologie tegen theologie, 13 - Waarnemingsweg tegen openbaringsweg, 14 - Pyrrhusoverwinningen van ‘de ziel’, 15. | |||
§ 2. | Toch laat de orthodoxie niet los | 15 | |
Het rauwe geluid van Kurt, 16 - Kurt's rauwe geluid niet verzachten, 17 - ‘Zich in zijn eigen zijde inspinnen’ slechts? 18 - Sponst de dood al onze leien af? 19 - De deur der wereld valt vanzelf in 't nachtslot, 20 - ‘Totentanz’, - een blijvend motief, 21 - ‘De hel van Kaïn en van Judas’, 22. | |||
§ 3. | Handhaving van het orthodoxe dogma | 22 | |
Vrijzinnige nadering tot de ‘verdoemenisleer’, 23 - Vrijzinnige zelfcorrectie, 24 - ‘Harde noten kraken’, 25 - Aandacht voor de orthodoxie, 26. | |||
§ 4. | Noodzaak van verdere bearbeiding van het leerstuk | 26 | |
Huivering leere het denken geen onthouding, 27 - Geen |
[pagina 252]
‘kazematten’-speculaties, 28 - Denken in tegenstelling, zonder antinomie, 29 - Uitgaan van de éénheid van Gods plan, 30 - Helleprediking - op verheerlijkingsbergen, 31 - Theologie - niet van den zelfkant, 32 - Begrenzing van het onderwerp, 33. | |||
HOOFDSTUK II. ALGEMEENE BIJBELSCHE GEGEVENS | 34 | ||
§ 1. | Congregatie-oord, naar kosmisch oer-verband | 34 | |
Kwade alliantie van zoon en knecht, 35 - De kwade alliantie in openbaringslicht, 36 - Valsch dilemma tusschen ‘coetus’ en ‘congregatio’, 37 - Congregatie, die geen ‘coetus’ wordt: hèl, 38 - De mensch stelt óók het valsch dilemma, 39 - Zijn alliantie dus óók coetuslooze congregatie, 40 - Gods normen in het huis der abnormaliteiten, 41. | |||
§ 2. | Geschiedenis-proces naar kosmisch oer-verband | 41 | |
De hel - niet ‘van den beginne’, 42 - Een onoverwonnen hel geen sabbathsmoment, 43 - Kronieken - ook van de hel, 44 - Woestijn-vorming eerst na de zonde, 45 - Duisternis geen oer-gegeven, 46 - De pathologie der hel is reeds te schrijven, 47 - Het punt van aanvang ligt in 't duister, 48 - Een punt van aanvang is er toch, 49 - Satans genie gebonden aan de geschiedenis, 50 - De eerste val nà het ‘hexaemeron’, 51 - Het ‘staande’ heir der duivelen, 52 - Het ‘wassende’ heir der menschen, 53 - Slagschaduwen der hel vóór en in den sjeool, 54 - Parallelie met àlle historisch gebeuren, 55 - De helle-namen weerspiegelen die parallelie, 56 - Stil-zetting bij de parousie, 57 - De hel, geen ‘Ausrede’, doch Logos-rede, 58. |
[pagina 253]
§ 3. | De ‘plaatselijkheid’ der hel | 58 | |
Bezwaren tegen een ‘plaatselijke’ hel, 59 - Machteloos verweer daartegen, 60 - Slechts theo-logisch spreken hier, 61 - Hoe was het eerste ‘huis’ der engelen? 62 - Analogie van het eerste en het tweede ‘huis’, 63 - Geen vagebondage; methodische constructie, 64 - De hel beneden ons? 65 - De schets van Dante en anderen, 66 - Ook hier een ‘Kopernikaansche wending’, 67 - Geen ‘curieuse’ onderzoekingen, 68 - Concrete werkelijkheid tenslotte, 69. | |||
§ 4. | Toenemend openbaringslicht | 69 | |
Het dal van Hinnom geeft zijn naam, 70 - Gehinnom-Tofeth: brandplaats, 71 - Gehinnom: slachtplaats, mestvaalt, 72 - Brand- en slachtplaats, mestvaalt: profetentaal, 73 - Gehenna - volgens den hoogsten profeet, 74 - Gehenna in het Nieuwe Testament, 75 - Sion, Golgotha, Gehinnom, 76. | |||
HOOFDSTUK III. UITWERKING VAN DE BIJBELSCHE GEGEVENS | 77 | ||
§ 1. | ‘Worm’ en ‘vuur’ in het profetisch woord | 77 | |
‘Worm’ en ‘vuur’ vóór de reformatie, 78 - Voorzichtigheid bij de reformatoren, 79 - Joodsche fantasieën, 80 - Zwevende zwavel-hypothesen, 81 - Revival-plastiek, 82 - Zinnelijk, spiritueel, geestelijkmaterieel? 83 - Uitleggings-principes voor ‘worm’ en ‘vuur’, 84 - Geen benamings-, doch illustratietermen, 85 - De Schrift, onbevreesd voor ... de zedenpolitie, 86 - Geen limiet, maar kracht van dood, 87 - Convenieerende disconveniënte machten, 88. | |||
§ 2. | De dood, de tweede | 89 | |
Ballingschap in het ‘eigene’ (Joh. 8:44), 89 - Verwenschte Rechtspersoonlijkheid, 90 - Komen en zijn in |
[pagina 254]
den excommunicatiepoel, 91 - Hand-reiking - een eeuwige onmogelijkheid, 92 - ‘Dood’ - in een onvermengd bestaan, 93 - Dood in de gansche existentie, 94 - Sancta simplicitas, vervloekte eenvoud, 95 - Sidderen - zonder paroxysme of bezetenheid, 96 - Geen ‘Jahresfeier’ in dat klimaat, 97 - Of men er één kan tellen? 98. | |||
§ 3. | Geen gewenning | 99 | |
De zinspreuk van Andreas Taifel, 99 - Ik-Hij-relatie, 100 - Geen ‘ik-Gij-relatie’, 101. | |||
§ 4. | Niet ‘detailleeren’ | 102 | |
De schilderij niet bij gedeelten zien, 102 - ‘Oordeel op menschenwijze aan het vleesch’, 103 - Met ‘Pluizer’ niet den afgrond in, 104 - Het lichaam leidt den geest niet af, 105 - Aristoteles even machteloos als ‘Pluizer’, 106. | |||
§ 5. | De ‘pluriformiteit’ | 106 | |
Geen duplicaten, 107 - Mohammedaansche en rabbijnsche onderscheidingen, 108 - Geen stoppelveld, maar individualiteit, 109 - Factoren in en buiten den mensch, 110 - Rente op rente in het kwaad, 111 - De individueele overtreder blijft, 112 - Permanente lasteringen tegen den Geest, 113 - Voleinde, pluriforme, lichamelijkheid, 114 - Ragfijne draden van verkeer, 115 - Lieder ohne Wörter, 116 - En toch geen kerkhofstilte, 117 - Geen anti-, wèl een contra-wereld, 118 - Copieën-, noch ‘apen’-huis, 119 - Ook dit klavier door God bespeeld, 120 - Hoe grooter beest, hoe grooter geest, 121 - Droomen van een ‘geestenziener’, 122 - De een de ongeroepen grenswacht van den ander, 123 - 't Geheim van één weet God alleen, 124. | |||
§ 6. | Classificatie? | 124 | |
Plattegronden in concept, 125 - Heine's, joodsch- |
[pagina 255]
theologische schetsen, 126 - Het schema van Dante, 127 - Voorportaal, eerste kring, 128 - Tweede kring, 129 - Derde kring, 130 - Vierde, vijfde, zesde kring, 131 - Zevende en achtste kring, 132 - Negende kring, 133 - Bezwaren: IJs in 't middelpunt, 134 - Giudecca, 135 - Willekeur in het bestek, 136 - Mechanisch maatwerk, 137 - Deugdenspiegel, - maar van wien? 138 - Waardevolle trekken: Congruentie zonde en straf, 139 - Geen ‘aanneming des persoons’, 140 - Logica en ontologie, 141. | |||
§ 7. | Geen barricaden voor den verkiezenden Jahwe | 141 | |
‘Spranken van barmhartigheid’, 142 - Intermitteerende straf? Beperkte horizont? 143 - ‘Jahwe is één’, 144 - Al Gods deugden leiden Hem tot al het Zijne, 145 - Praedestinatie over allen, 146 - Meer en minder in het ‘slaan’, 147 - Gradatie - maar de grenslijn blijft, 148 - Het christologisch licht, 149 - De hel - geen huis van willekeur, 150 - De kreet van David, 151 - Daemoniseeren? 152 - Westersch individualisme? 153 - ‘Uit Hem, door Hem, tot Hem’, 154. | |||
HOOFDSTUK IV. VERWANTE LEERINGEN? | 155 | ||
§ 1. | Schijn van verwantschap | 155 | |
Dialectiek der wanhoop, 156 - Huivering van ‘geestenzieners’, 157 - ‘Berichten’ van de overzij, 158 - Nu en later - nu en vroeger, 159 - Kama-loka. Karma, 160. | |||
§ 2. | De schijn bedriegt | 161 | |
Toch geen verwantschap, 161 - Fundamenteele strijd, 162 - Rad van geboorten, wedergeboorte, 163 - Spinnen of lotusbloemen? 164 - De ergernis! 165. |
[pagina 256]
HOOFDSTUK V. BEDENKINGEN | 166 | ||
§ 1. | De mensch te ‘klein’? | 166 | |
Wat beteekent Homunculus? 167 - Al-verbindende levensfilosofie, 168 - De bijbel kent ‘Homunculus’ niet, 169 - Het ‘entreebiljet’ wordt niet teruggenomen, 170. | |||
§ 2. | God te ‘groot’? | 170 | |
Uitgesloten daglooners - reeds hier een probleem, 171. | |||
§ 3. | De liefde verloochend? | 172 | |
De omweg-theorie kent ook den aanstootssteen, 172 - Geen theodicee, 173 - Gelooven op gezag, 174 - Aanvangs- en slot-thema van Christus' profetie, 175 - Christus' profetie - een eenheid, 176 - Christus ‘zag en hoorde’ in den hemel, 177. | |||
§ 4. | Onze kleinheid ‘uitspelen’ tegen Gods grootheid? | 177 | |
Tijd en eeuwigheid niet scheiden, 178 - Sympathetische inkt, 179. | |||
§ 5. | Asylen der gedachte? | 180 | |
Hypothesen over uitzonderingsgevallen, 180 - Conditioneele onsterfelijkheid? 181 - Herstelling aller dingen? 182 - Geen evolutie, 183 - Geen rodomontade, 184 - Rustpunt der asylzoekende gedachten, 185. | |||
§ 6. | Hel en verbond: de bijbelsche probleemstelling | 185 | |
Verbondsprobleem, 186 - Radicale probleemstelling in 't verbond, 187 - Psychotherapie contra theologie, 188 - Belofte en bedreiging saam te smelten? 189 - ‘Ervaring’ de basis? 190 - De passepartout der psychologie, 191 - De hel - eerste trap van ziels- |
[pagina 257]
verlossing? 192 - Belofte en bedreiging in het verbond, 193 - Verbond, geen contract, 194 - Paedagoog en heerscher - zijn één, 195 - Geen ‘verabsoluteering’, 196 - Pottebakker en leem - vader en kind, 197. | |||
HOOFDSTUK VI. BESLUIT | 198 | ||
§ 1. | Het vraagstuk niet vergeten | 198 | |
De ‘technische overmoed’ gebroken? 199 - Het hellemotief de groote prikkel? 200 - Geen speculatie à baisse, 201 - ‘Tua res agitur’, 202 - Inconsequenties, 203. | |||
§ 2. | Het vraagstuk geen vrààg-stuk laten | 204 | |
Revelatie tegen evolutie, 204 - Kant's salto-mortaletekst, 205 - Draconische inkt? 206 - Golgotha's ‘sympathetische’ inkt, 207 - Kennis, - meer en eer dan voorstelling, 208 - ‘In lieve graty-heiligdommen’, 209 - ‘Hetgeen God samengevoegd heeft, ...’, 210 - Geweende of ongeweende traan, 211 - Niet eeuwig debatteeren, 212. | |||
AANTEEKENINGEN | 213 |