Verzamelde werken 1944-1945
(2001)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 427]
| |
93. Speculeert niet, gelooft alleenlijkGa naar voetnoot1.De dagbladen - die nog steeds inzake de vrijgemaakte kerken meerendeels oneffenheden en lacunes in de berichtgeving vertoonen - melden dat 22 jan. a.s. een nieuwe synode zal bijeenkomen van de synodocratisch gebonden kerken. Of het een synode, dan wel een ‘synode’ (met aanhalingsteekens) worden zal, valt natuurlijk niet te zeggen. Sedert ondergeteekende zijn - in de Acta zorgvuldig doodgezwegen - bezwaren inbracht tegen het zich almaar eigenmachtig continueeren der synode heeft men zich aan geen enkelen regel gestoord. Men schreef in een rapportje, dat 't allemaal best mocht. Hoe deugdelijk dit rapport was? Dat kan hieruit blijken, dat men zich beriep op een woordenboek (OudemansGa naar voetnoot2.), hetwelk van een bepaald woord (samenhangend met ‘ordinaarlijk’) een zekere beteekenis heette aan te geven, dusdanig dat die eigenmachtige ‘synode’ volkomen in het gelijk gesteld werd. De broeders hooren zoo'n rapportje aan, knikken tevreden, zijn met zulke rapporteerende praeadviseurs-professoren maar weer zeer tevreden, en laten natuurlijk het woordenboek in de kast, dat zij trouwens niet eens hebben, want je moet voor dat woordenboek naar een of andere bibliotheek. De enkeling, die het daar later vandaan haalde, ontdekte evenwel tot zijn verbazing, dat het woord-in-kwestie er...niet eens in voorkwam. Maar ook die ontdekking - ofschoon door ons gepubliceerdGa naar voetnoot3. - baatte niets. Praeadviseurs die nu eenmaal tot de V.U. behooren, worden zonder onderzoek geloofd, als zij maar in combinatie optreden tegen lastige lieden uit Kampen. Men ging dus kalm verder. Tevoren had de pen van dr. K. Dijk in een door het moderamen geteekend stuk verzekerd, dat men niet eens vragen mocht, of de synode wel het recht had, zich almaar te rekken, te rekken. Het mocht wèl, en wat die klagers zeiden, die opstandelingen, wel, het is niet waar, es ist nicht wahr! Zelfs nadat dr. G.C. Berkouwer een keer verklaard had, dat 't agendum was afgewerkt (waarvan ondergeteekende goede nota nam, door dus naar de kerkeraden zich te wenden voor de volgende synode), bleek toch, dat die plechtige verzekering niets waard was, want men ging toch weer vroolijk en onvervaard verder en rekte z'n eigen agendum maar weer uit naar eigen welbehagen. Men bleef maar weer zitten: de ‘synode’ werd een doodgewoon synodaal bestuur. De kerken hadden maar af te wachten, wanneer dit bestuur eens zou believen af te treden. Intusschen keken ze angstvallig naar de nieuwste zig-zag-bewegingen, die het synodaal-bestuur uitvoerde, en nauwelijks bekomen van de eerste indrukken, zochten ze den horizont af naar de volgende, in de nieuwe, eerstkomende, zittingen. Kerken zijn maar kerken; afgevaardigden | |
[pagina 428]
| |
zijn de bazen. En kijk, nu komt er - 't is dan ook al bijna december - uit de hoogte des synodalen bestuurs de genadige mededeeling druppen, dat er 22 jan. een nieuwe synode bijeenkomt. Tot troost wordt er heusch bij verteld, dat de particuliere synoden werkelijk afgevaardigden kunnen kiezen in dien tusschenliggenden tijd. Acta zijn er natuurlijk nog niet. De besluiten lezen, en eventueel de kerken rustig erover zich laten bezinnen, en desgewenscht langs den kerkelijken weg een nieuwe synode voorbereiden - het is natuurlijk uitgesloten. En wie wil zich aan de overzijde bekennen, dat Schilder door de feiten in 't gelijk gesteld is? Dat zijn protest tegen de eigenmachtige benoeming van dr. H.N. Ridderloos niet een actie-tje was tegen een familie, maar een tijdig opkomen voor het recht der kerken? En een waarschuwing, die verhinderde, dat men - zooals dat gewoonte is - zou kunnen zeggen: het is toen en toen ook zoo gebeurd, en ge hebt toen gezwegen - derhalve is het zoo naar het recht. Als men niets zegt, is 't niet goed; en wordt er danig getrompet over dat niets-zeggen. En als men wel wat zegt, is 't ook niet goed. Dan is besluit I: voor kennisgeving aannemen. En besluit II: den eisch stellen van conformeeren-de-facto, zonder dat ook maar één argument is weerlegd. En besluit III is: de stukken wegbergen, dat geen mensch ze lezen zal. En besluit IV: een rapportje over Oudemans en zoo. En besluit V: een amen op wat gebeurd is. We concludeeren: of 't een synode wordt, dan wel een zoogenaamde synode, dat weet geen mensch. Men heeft 't hoofd in den strop gelegd - al die kerken hebben den onzin en 't onrecht gegeten als zoete koek. Ze hebben zich laten wijsmaken, dat Schilder tegen het gezag der synode was, en hadden niet eens gemerkt, dat hij vóór het recht der kerken was. De fanatiekelingen hebben intusschen de pers gebruikt om 't volk op te zweepen en ze weten van de zaken zelf niet het minste af, omdat hun Acta de stukken zorgvuldig hebben onttrokken aan hun kennis.
Dit laatste bedenke men wel, als men nu leest, dat de nieuwe synode samenkomt. Velen, wier geweten niet heelemaal gerust is, beloven zich gouden bergen. Ze bedenken niet, dat al die synodeleden van straks volkomen onkundig zijn van de eigenlijke brieven en argumenten der uitgeworpenen. We hebben dat aangewezen toen we de jongste Acta hebben besproken, d.w.z. de Acta tot aan 1942-43. De rest moet nog komen. Misschien is dat vuurwerk straks een nieuwe verrassing en is het even slecht in het verhalen der geschiedenis als het zooeven bedoelde tendenz-geschrift.
Maar het blijft een verlokkend spel: zichzelf remmen in gewetensmoeilijkheden met behulp van - speculaties op de toekomst. Dr. Kuyper noemde dat nog al eens - als ik den term goed begrepen heb - ‘op zien komen spelen’, - waar hij erg tegen was, en dit terecht. Ik vrees, dat zulke speculatie zich wederom zal vastknoopen aan het andere persbericht der laatste dagen, volgens hetwelk de (synodocratische) classis Den Haag een voorstel heeft aangenomen van ‘de kerk’ van 's-Gravenhage-West, welk voorstel (eenigszins geamendeerd) hierop neerkomt: uit te spreken, ‘dat het haar gewenscht voorkomt dat de generale synode de hoogleeraren van de Theol. Hoogeschool en van de theol. faculteit der V.U. verzoekt van hun recht tot deelname aan de synode als praeadviseerende leden geen gebruik te willen | |
[pagina 429]
| |
maken, tenzij de synode dit voor een bepaald geval uitdrukkelijk zou wenschen’.Ga naar voetnoot4. 't Kan verkeeren. Men heeft nu al een paar jaar in allerlei toonaarden stemming gemaakt tegen de hoogleeraren Greijdanus en Schilder, die op duidelijk aangegeven (maar door de ‘synode’ stelselmatig doodgezwegen) gronden van dit hun recht in één bepaald geval geen gebruik hebben gemaakt. Dat was revolutie! En nu ineens wordt aan de heeren over heel de linie gesmeekt, te doen als de hoogleeraren Greijdanus en Schilder! Ik dacht overigens, dat die beide hoogleeraren den volke als zondaars waren voorgesteld. Is de zonde deugd geworden? En dan - dat het nu juist de kerk van Den Haag-West is, die met die idee voor den dag komt! Uit die kerk of haar naaste omgeving kwamen immers de briefjes-van-aanklacht plus telegram-Barkey Wolf,Ga naar voetnoot5. die de ‘synode’ hielpen aan een formeel grondje om tegen Schilder op te treden in snel-trein-tempo? Intusschen wij hebben geen behoefte aan een honend woord, hoezeer ook de stof ervoor voor 't grijpen ligt. Wij hebben alleen maar behoefte, om tot hen, die voor de zooveelste maal worden afgehouden van de daad der gehoorzaamheid (in vrijmaking van ongoddelijke besluiten) te zeggen: speculeert niet, maar gelooft alleenlijk. Denkt niet dat hier een bewijs van bekeering is gegeven. Wij zijn niet wantrouwend, maar willen wel bekennen, dat in alle gevallen waaraan wij tegenover die synodes vertrouwen hebben bewezen met verwaarloozing van notoire feiten, die het hadden geschokt, van onze zijde een ernstige fout begaan is. Van wat ik tegenover deze synodes gedaan heb, heb ik nog nooit spijt gehad, behalve dan van het voor de zooveelste maal toch maar weer vertrouwen geven. Het is altijd weer beschaamd. Ook ditmaal zie ik geen enkele reden af te wijken van den goeden regel, dat nadat eenmaal een breuk gekomen is tusschen de kerk (dat zijn wij tezamen) en haar leden (dat zijn de synodeleden) dezen de ‘betering’ eerst moet bewijzen, eer men de breuk ook maar in gedachten herstelt. En dat het juist Den Haag-West is die hier het voorstel lanceert, maakt mij te meer voorzichtig. Den Haag-West is al te zeer en al te vaak gewillig gebleken, om professorale praeadviseurs-invloeden te volgen en zich daaraan dienstbaar te stellen. Ik herinnerde er reeds aan, dat een predikant van Den Haag-West zoo naïef was te verzekeren bij voorbaat, dat de uit zijn pen en uit die van anderen uit zijn consortium gekomen aanklacht-briefjes succes zouden hebben. Men wist: ditmaal wordt de synode vast besloten. Ik acht het niet onmogelijk, dat ook dezen keer eigen adviezen van praeadviseurs zelf liggen achter het zooeven gereleveerde voorstel. Maar hoe het zij - van bekeering blijkt niets. Men gaat rustig verder met zijn propaganda, met zijn feiten-verdoezeling, (de Acta zijn een nieuwe roepende zonde in dezen!), met zijn processen (tot in de studentenwereld toe), met het | |
[pagina 430]
| |
verdeelen van den inboedel-Schilder tusschen de H.H. Dijk-Brillenburg WurthGa naar voetnoot6. enzoovoort. Alsmede met het beroepen van dominees in miniatuurkerkjes van synodalisten, die hun kerkeraad niet wilden volgen in zijn besluit tot vrijmaking overeenkomstig art. 31 K.O. Laat dus de vrijmaking niet zich doen tegenhouden door speculaties op de toekomst. Men moet eenvoudig geloovig gehoorzaam zijn. Vrijmaking mag niet wachten op nieuwe zig-zag-bewegingen van een synode in zaken die al lang in revisie geweest zijn. Een doopvraag in synodocratische kerken heeft een bepaalden inhoud en het ja-woord erop ook. Het avondmaal kan ook niet wachten. Nieuwe wendingen zonder schuldbelijdenis zeggen ons niets. Wij zijn gewaarschuwd al te vaak en al te pijnlijk. Vrijmaking beteekent alleen maar: zich van zondige besluiten vrijmaken. De synode heeft verklaard, dat dit niet mag, en nooit mag binnen het verband. Schilder mocht zelfs niet tot een niet-voor-vast-en-bondig-verklaren opwekken in den kerkelijken weg (brief aan KampenGa naar voetnoot7.). Naar dien ‘regel’ zijn reeds honderden weggezonden in den naam des Heeren. Wie nu toch zich (maar dan altijd slechts voor een deel) zoogenaamd niet-conformeert, en blijft binnen het verband, verraadt de ‘synode’, verraadt de uitgeworpenen, en verraadt ook den Heer, in wiens naam al deze verschrikkelijke dingen heeten te gebeuren. Als er bekeering is, en bewezen is, over heel de linie, dan zoo zegt de Acte van Vrijmaking, komt er heusch wel weer eenheid. Maar bekeert eerst u zelf door vrijmaking. Speculeeren beteekent de bekeering uitstellen. Dat wil zeggen: ze weigeren in het heden der genade. |
|