Verzamelde werken 1944-1945
(2001)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 413]
| |
88. Is de ‘dialectische theologie’ geen geestelijke strooming?Ga naar voetnoot1.In het blad In de Waagschaal schrijft prof. dr. K.H. Miskotte:Ga naar voetnoot2. Wij erkennen de mogelijkheid van een tijdschrift van bepaalde signatuur, laten we zeggen: naturalistisch, vitalistisch, ethicistisch, activistisch - bladen, waarin geestelijke ‘stromingen’ hun bedding hebben gevonden, maar wij nemen geestelijke stromingen niet ernstig, dan alleen als tijdverschijnsel, waaruit wij de zielsgesteldheid van onze zeer onderscheiden tijdgenoten lezen: geestelijke stromingen zijn onvermijdelijke sectarische vereenzijdigingen. Het leven des geestes echter kent geen stromingen: deze glijden over de onveranderde vloed des levens heen, ogenschijnlijk geducht ingrijpend, in waarheid slechts een rimpeling gevend aan de oppervlakte van het geestelijk leven; zij wekken de schijn van een rijk-geleed leven, zij bloeien in de chaos der onbeslistheid, zij vervalsen een levensvorm telkens tot een mode, zij maken krank door de ogenschijnlijke grenzeloosheid der mogelijkheden, zij substitueren voor het ongeloof in den Schepper de creativiteit van den mens, zij beroven den geest van zijn ernst.Ga naar voetnoot3.Tot zoover prof. Miskotte. Uit deze woorden blijkt, dat hij geestelijke stroomingen rangschikt onder de onvermijdelijke sectarische vereenzijdigingen. We vragen nu: is dit oordeel ook toegepast op zijn eigen barthiaansche ‘theologie’? Die zeker een geestelijke strooming is? Dienaangaande schrijft hij enkele kolommen verder: En tenslotte: waarom zouden wij meedoen met de poging de nieuwe kerkelijke theologie, (die vele roomsen en Russen, anglicanen en lutheranen en ook ons gereformeerden zoveel dichter gebracht heeft tot de zuivere kennis der Schrift) - weg te rangeren op het dode baanvak van een sectarische drijverij? want dat is de bedoeling van deze benaming, van dit onmogelijk etiket: we zouden wel dwaas zijn en uit valse schaamte tot de grofste ondankbaarheid vervallen voor één der grootste geschenken van deze tijd: een èchte, zakelijke, verantwoordende, moderne theologie. Ook en juist | |
[pagina 414]
| |
ten aanzien van dit geschenk zeggen wij: l'ordre est donné; nous avons entendu l'ordre.Tot zoover weer prof. Miskotte. Hij wil dus zijn eigen ‘theologie’ (de barthiaansche) niet rekenen tot de sectarische drijverij. Toch is ook zij een geestelijke strooming. Opgekomen uit een zeer eenzijdig grondprincipe. Het is de oude tragedie: het scepticisme zet een vraagteeken achter alle -ismen, behalve achter het eigen -isme. De dubitatio generalis - de algemeene twijfel, de twijfel over heel de linie - twijfelt aan alles behalve aan zichzelf. En deze nieuwere geestelijke strooming rangeert alle geestelijke stroomingen op het doode baanvak der sectarische verbizonderingen, behalve dan - zichzelf. Het is telkens weer een uitspraak over 100% naar den mond, doch over 99% naar het diepe hart. Want de mensch wordt bepaald door zijn keuze - zoolang hij redeneert uit zichzelf. En Barth's dogmatiek is een permanente vráág, behalve dan inzake haar eigen grond-axioma, dat antwoord op de grondvragen heeten durft. |
|