Verzamelde werken 1944-1945
(2001)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 281]
| |
65. Knoopen tellenGa naar voetnoot1.Jongens en anderen tellen wel eens de knoopen van hun jas: nr. 1 is ja, nr. 2 neen, nr. 3 ja, enz. Ook de Gereformeerde Kerken in synodocratisch verband vallen soms op die gewoonte rerug. Ds. C. StamGa naar voetnoot2. (2e Exloërmond) behoort onder de geschorsten. Maar vraag niet hoe. Op 26 aug. weigerde een ouderling hem de hand. Dat gebeurt meer. Zaak voor den kerkeraad. Ds. Stam vertelt ervan: Welnu, toen heeft de kerkeraad uitgesproken, dat er twijfel bestond omtrent de schriftuurlijkheid van de preek. Twee gronden werden aangevoerd: 't verbond voorwaardelijk te zien is onschriftuurlijk en ook is 't onschriftuurlijk te verwerpen, dat de doop aanwezige genade (wedergeboorte) beteekent en verzegelt, daar anders de doop geen doop zou zijn.Ga naar voetnoot3.Het onderwijs van de heeren Ridderbos en Grosheide draagt dus wel vrucht. De Statenvertaling, die het verbond voorwaardelijk noemt,Ga naar voetnoot4. is dus ongereformeerd. Daar gáán de lofredenen op dit werk. VitringaGa naar voetnoot5. is ook al ongereformeerd. Die schrijft me daar zoo maar een hoofdstuk: ‘Van de weldaden, beloften en bedreigingen van het genadeverbond’; laat dit hoofdstuk beginnen met te spreken van de ‘voorwaarden’ des verbonds (vgl. Korte stellingen, 1730, 4e druk, blz. 205/6)Ga naar voetnoot6. en neemt het kapittel op in een ‘Voorbeeld of schets der wederleggende godgeleerdheid vertoonende de swaarste geschil-stukken welke over de leere van den christelijken godsdienst tusschen de Gereformeerde Kerk en verscheydene secten van dien christen godsdienst bezintwist worden (...)’. Over die aanwezige ‘inwendige’, in den doop bezegelde genade behoeven we al niet meer te reppen. De kerkeraad van Exloërmond doet óók al Helenius de Cock in den ban en tevens de andere Kamper professoren en ettelijke predikanten, die in 1905 publiek hebben ontkend dat de sacramenten de inwendige aanwezige genade bezegelen. Tweede Exloërmond heeft met de | |
[pagina 282]
| |
A-meening grondig afgedaan. En dus ook met 1905, de bevestiging van de vereeniging van 1892. En met de gereformeerde theologie van oudtijds ook. Hij weet niet meer dan de jongste berichten van zijn ‘synode’, en is met haar op het doolpad gebracht door haar professoren. Derhalve de eerste knoop. Ongereformeerd? Ja. Nu de tweede knoop. Ongereformeerd? N-n-n-ee... Ds. Stam vertelt verder: Deze twee gronden deugden dan ook niet. Dat werd later uitgesproken door twee predikanten in onze classis.De dominees mogen wel oppassen. Net zooals de dominee van Warffum.Ga naar voetnoot7. Ze vallen onder het vonnis van dr. Grosheide, en (volgens diens eigen verklaring) ook van de ‘synode’. Daar werd gezegd: wel degelijk ongereformeerd...De synode liet het zelfs in een rapport opnemen. Kandidaat A: ja; dominee B: neen; andere dominee C: ja; weer andere dominee D: neen. Maar 't eind is toch: schorsen. De synode, ziet u. De wijsheid en het recht, nu ja. |
|