Verzamelde werken 1944-1945
(2001)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 234]
| |
49. Van de ‘synode’Ga naar voetnoot1.De zich prolongeerende ‘synode’ kwam weder bijeen.Ga naar voetnoot2. Wat we van haar verwachtten, is geschied. Ze heeft voor wat de kwestie der confessioneele binding betreft, gehandhaafd wat er was. Er is dus principieel niets veranderd. Destijds, toen ze mij de bekende vijf vragen had voorgelegd,Ga naar voetnoot3. wees ik haar erop, dat ze één dag nadat een nieuwe formule was aangenomen (die ten onrechte ‘interpretatie’ van de oude heette te kunnen zijn voor de ‘liefhebbers’), mij nog bond aan de oude; en ik lei haar de vraag voor, of het gesprek soms over de nieuwe loopen kon. Niet, om me daarmee eens te verklaren, maar om de ‘synode’ een uitweg te openen tot den vrede, die misschien door een discussie over een nieuw element zou kunnen worden bevorderd. Maar men voerde officieel aan (wat ik ook had willen laten vastleggen, indien het zoo was): we kunnen ‘interpretaties’ geven of permitteeren, zooveel we willen, maar u blijft aan de oude formule gebonden. (Dit is natuurlijk vrije weergave.) Dat was een uitspraak, zoo als ik ze hebben wilde. Zij was tenminste van een niet overbodige duidelijkheid. Ieder weet het dus, en ieder moet het goed onthouden, om tegen nieuwe ‘offensieven’ (met vredesleuzen) gewapend te zijn: de oude formule (voor wedergeboren houden etc.) blijft binden. En dan ieder binden, ginds. En nu is er weer een nieuwe ‘interpretatie’ of nadere verklaring gekomen. Men deed enkele uitspraken, die ik wegens plaats-gebrek niet meer kan overnemen in dit nummer; daar is het thans te laat voor. Die nieuwere verklaringen hoop ik volgende week alle te publiceeren in ons blad en van een korten commentaar te voorzien.Ga naar voetnoot4. Opdat evenwel geen valsche schijn ons verblinde, zij nu reeds vastgesteld: de oude formule blijft binden. Er is niets veranderd. De eenige weg, die ons openblijft is niet die der speculatie op toekomstige mogelijkheden, doch die der actueele vrijmaking. Er staat geschreven. En: er is geschied.
Dat geldt ook voor het kerkrecht. Men heeft de ook door ons gepubliceerde Utrechtsche kerkeraadsverklaringGa naar voetnoot5. eens bekeken en van glossen voorzien.Ga naar voetnoot6. Ook die hopen we te publiceeren en te bespreken.Ga naar voetnoot7. Hoofdzaak is, dat de ‘synode’ | |
[pagina 235]
| |
verklaart: men mag het zoo als Utrecht wel zeggen, maar de kerk behoeft er zoo niet naar te handelen! Dat is dus een verklaring ‘zonder krijgsmanseer en vlag’. Ook de kerkorde toch werkt beginselen uit; ook het kerkrecht is een zaak van leer. De valsche leer van dr. H.H. Kuyper, dr. Nauta, dr. Den Hartogh e.a. mag men ginds dus wel weerspreken. Maar de valsche leer blijft toch de kerkelijke handelingen beheerschen. Men moet doen naar wat men theoretisch verwerpt. Leer en leven zijn dus officieel gescheiden. Er is in dezen leervrijheid ingevoerd; en de hiërarchie bleef dan ook gehandhaafd; de menschelijke wil blijft bevelen: conformeert u de facto (ook al strijdt het met art. 31 K.O.), en wat u dan voorts zegt over den goddelijken wil, dàt is tot daaraan toe. Inderdaad: een manipulatie zonder krijgsmanseer en vlag. De zooveelste. Verblijdend - in de gegeven situatie - is intusschen, dat terzelfder tijd in Utrecht de kerk zich heeft vrijgemaakt. Ds. Veenhof en ds. De Goede zijn jl. zondagGa naar voetnoot8. voorgegaan in den dienst des Woords voor de vrijgemaakte kerk. Het bloed kroop, waar het niet gaan kon. Gebleken is, dat het kerkverbandsrecept ‘bukken, bukken’ (ook al is het tegen Schrift en K.O.) voorgeschreven bleef. Ook ds. Veenhof ontving zijn eerediploma: een wegzending. Het ‘ite, dimittimini’ (gaat henen, wij sturen u weg) dat in 1618/19 door Bogerman,Ga naar voetnoot9. den praeses van de synode van Dordrecht, tot de remonstranten gezegd werd, wordt thans door Berkouwer uitgeroepen tegen de besten van de Gereformeerde Kerken. Hij kan niet anders: hij is eenmaal gevangen in het net, en kon er niet meer uit. Ds. Veenhof zag in, dat nieuwe parafrasen niet meer helpen, want de oude binding bleef bestaan. Toen kwam het hooge woord eruit: geen conformeering meer, ook niet ‘de facto’, doch gehoorzaamheid aan den schriftuurlijken, klaren, onverknoeiden regel van artikel 31 K.O. De eerlijkheid won het; de lankmoedigheid van Gods knechten vindt haar grens in het gebod der actueele gehoorzaamheid. We verblijden ons daarover; de feiten van verleden week zijn meteen een snelle ruk aan het camouflagenet, dat de ‘synode’ uitbreidde over zich en haar vroegere besluiten. We publiceeren den tekst van ds. Veenhof's verklaring, afgelegd in den kerkeraad onder de rubriek kerknieuws.Ga naar voetnoot10. | |
[pagina 236]
| |
Dr. Hommes riep uit, eenige weken geleden: ds. Veenhof scheurt niet.Ga naar voetnoot11. Inderdaad niet. Hij evenmin als wij. Hij was alleen maar gehoorzaam toen hij verklaarde, zich te houden aan art. 31 K.O. Wij voor ons hebben dr. Hommes laten schrijven. We wachten af, of hij thans nog verdere pogingen waagt, den een tegen den ander uit te spelen zonder argumenten te toetsen. Laat niemand intusschen de fabeltjes gelooven, die sommige predikanten verspreiden over de relatie Veenhof-Schilder. Opzettelijk is mijnerzijds alle persoonlijke contact vermeden, opdat de Utrechtsche crisis zou worden doorstaan in volkomen eenzaamheid tegenover God. Er zijn gelukkig vriendschappen, die daar tegen kunnen. De andere zijn geen knip voor den neus waard. Gods werk gaat verder. Het verbaast ons, het verrast ons, het legt te meer beslag op onze consciëntie, het doet ons een kerkelijk leven bouwen, dat staat of valt met het ‘binden’. Maar dan met het binden aan wat Gods Woord duidelijk zegt. Alle andere binding is in de kerk vervloekt. Dr. J. Ridderbos moge veranderd zijn, wij niet. Wij deelen nog steeds zijn meening van enkele jaren geleden: de kerk mag ook niet binden aan zulke uitspraken, als waarvan niet te bewijzen is, dat ze aan Gods Woord ontleend zijn. |
|