Verzamelde werken 1940-1941
(1995)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 421]
| |
80. Iets over ‘beginselen’Ga naar voetnoot1.(...) Eerlijk gezegd: ik begrijp niet, dat men uit de kringen van het christelijk onderwijs zóó redeneert, en dat nog wel in dézen tijd.Ga naar voetnoot2. Of we niet allemaal het er over eens zijn, dat de jongelingen wel eens wat zwaar boomen? Och ja, dat zien ze zelf later net zoo goed, als wij thans. Maar daar staat tegenover, dat er op het oogenblik in honderden kranten door heeren redacteuren en volksopvoeders rondweg gedáásd wordt, dat men maar napraat wat men niet door heeft. Terwijl men op onze jeugdvereenigingen, waaraan uiteraard alle gebrek van alle menschenwerk kleeft, toch stof verzamelt, de problemen al vast leert zien (welk een weldaad!), en die mentaliteit voedt, die ‘De Rotterdammer’ aan lezers hielp, en het christelijk onderwijs aan een plaats onder de zon. Preek het volk nog enkele decenniën deze wijsheid voor, en de chr. pers, alsmede het chr. onderwijs behoeft dan niet eens meer een klap van buiten af te krijgen; dan is de losweeking van binnen uit een feit. Zijn de J.V. 's kwade voorbeelden, en allerlei jeugdactie, van boven af geleid, goede? Het fatale van dit stukje is, dat het ‘verkeer met Christus’ wordt geabstraheerd van ‘beginselen’. Neem den getrouwden man zijn huwelijks-beginselen af, en van zijn huwelijksverkeer blijft niets over. Wij hebben met Christus te verkeeren, zeer persoonlijk, onder andere in den strijd voor de zuivere beginselen. Losweeking van deze taak en roeping, vooral nu, is bewijs van ontstentenis van het persoonlijk verkeer met Christus. Het klinkt goed: spreken over Hem, die Heer is ook over ons en ons leven. Maar, tenzij men elk van die woorden, met name den naam: Heer, concreet maakt, is het gepraat in de ruimte, dat den hemel vertoornt en de aarde ergert dan wel verveelt. En het concreet maken van den naam ‘Heer’, dat kan alleen als men de lijn der beginselen trekt. Contrasteering van leer en leven heeft nu al genoeg kwaad gesticht: wij willen graag menschen hooren, die nog een eigen woord hebben in den wervelstorm. |
|