Verzamelde werken 1940-1941
(1995)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 339]
| |
58. Aan een jongeren tijdgenoot, no. 6Ga naar voetnoot1.Amice,
Den Veluwschen boer al gesproken op je jongste wandeltocht? Nou, wat zei hij ervan? Je weet, hij is pas bewerkt met een brochure: ‘De stem van ons bloed’! Schrijver: E.J. Roskam Hzn.,Ga naar voetnoot2. precies dezelfde, die al eens van een partij-, immers N.S.B.-schietgat, ergens in Amsterdam, uit, op onzen redacteur eenige gifgasbommen heeft neer doen komen.Ga naar voetnoot3. Naar vaker geschiedt, is bij die gelegenheid ‘slechts onbeteekenende schade’ aangericht. De bommen werden ‘lukraak’ geworpen. En zeker was onze redacteur een ‘niet-militair object’. Maar dat is al lang geleden. Sedert heeft deze heer Roskam weer van zich laten hooren. Tenminste, zijn naam staat op het product, zooeven genoemd. En o, hoe innig de veluwsche boer erin wordt aangesproken! Ik moest, toen ik het las, ineens denken aan die meditatie (zal 'k maar zeggen) in ons vorig nummer, over Baäl-Berith.Ga naar voetnoot4. Heeft de veluwsche boer, toen je bij hem een glaasje melk dronk, je nog geen coupure uit het stuk voorgelezen? Misschien had hij geen tijd? En heeft ie 't boekje weggelegd tegen den winter? Maar dan moet jij er aan te pas komen, amice. De Veluwe kan niet wachten. Geen dag en geen nacht. Laat zijn ooren er van tuiten. Dezelfde heer Roskam, die destijds er prat op ging, dat hij lid eener gereformeerde kerk was, - ik denk niet, dat het tegenwoordig nog zoo met hem staat,Ga naar voetnoot5. - heeft eens een veluwschen monoloog opgesteld...hij kent onze taal en onze dialecten, en schrijft ze tot in de perfectie, in zijn gedrukte | |
[pagina 340]
| |
stukken. 't Was een monoloog, waarin de Veluwenaar betoogde, dat ie van de preeken van dien Schilder niets begreep, - doch de hegeliaansche N.S.B.-wijsheid, nee maar, die ging er in als koek. Je kunt dus bij hem terecht. Nou, laten we eens kijken, wat onze veluwsche boer zoo al van dat roepende bloed van hem zelf begrijpt - - volgens den heer E.J. Roskam Hzn. Ik geloof dat de preeken van Schilder daarbij vergeleken bewaarschool-gestamel zijn. Maar misschien doe jij een andere ervaring op. Zet je schrap, vrind, denk aan den Veluwenaar, en kijk ernstig. Zet je veluwsche boer, en zijn dochter, die je die groote portie melk heeft toegeschikt, naast je en luister naar docent E.J. Roskam Hzn., die zoo heel eenvoudig preeken kan. Ik stel me het discours dan aldus voor: ‘Uit den nevel van het rationeele, individueele denken met zijn valsch intellectualisme en zijn steedsche cultuur, zijn democratie en klassenwaan, zijn kapitalisme en Joodsche geldmarkt, verschijnt een geslacht, dat weer verstaat de roepstem van zijn volk, zooals die, ook nu nog spreekt in bloed en taal en teeken......’Ga naar voetnoot6. Stil, veluwsche boer, je moet nou niet interrumpeeren. Je wou zeggen, dat je dat steedsche wel begrepen had, maar de rest niet? Mond houden, man, we beginnen pas... ‘Boven het verstandelijk weten stelt de Germaansche geest het innerlijk begrijpen’ - -Ga naar voetnoot7. O ja, zeit de Veluwenaar, dat zei onze dominé ook, 'n zwàre, meneer, geen luchte. Ga maar door, nou wordt het toch zeker goed. Smytegelt? Love? Erskine? Hutcheson? Van der Groe?Ga naar voetnoot8. ‘Boven de intellectueele kennis het natuurlijke inzicht’.......Ga naar voetnoot9. | |
[pagina 341]
| |
‘Natuurlijk’? Natúúrlijk? O foei, wat een schande! Onze BondsdominéGa naar voetnoot10. zegt het precies andersom. Weg met dien Roskam, die moet bij dominé in de leer. ‘Boven de macht van het goud de heiligheid van den bodem’......Ga naar voetnoot11. Hoe durft ie...? ‘Boven het laat-Romeinsche individueele heerschersrecht het Germaansche boerenerfrecht’....Ga naar voetnoot12. Gaat dat soms over de Erfgooiers? - - ‘Boven het absolute Koningschap bij de Gratie Gods het leiderschap dat de levenswetten van het volk vormt en zin geeft.........’Ga naar voetnoot13. Nou, meneer, ik ben toch altoos trouw aan onze Koningin geweest. Dat zeiden de N.S.B.-sprekers hier op de Veluwe ook altijd van d'r zelve. Stil nou goeie vriend, en luister verder: ‘De machten, die de wederopstanding van ons volk niet wenschen, remmen ons geestelijk zóó, dat wij zelf den moed missen de zuivere lijnen te trekken.......Het is nu eenmaal zoo, dat deze machten, ook wat onzen roep voor de raszuiverheid van ons volk betreft, in de officieele kerkelijke leiders zulke trouwe bondgenooten vonden. Wàt? Zoo hoor ik nu den veluwschen boer al weer interrumpeeren, - wàt? Willen ze nou kwaad spreken van onze dominees? Of gaat het soms over onze dokters? Maar hier op 't dorp hebben we d'r eentje, die óók van den Bond is. Ik begrijp niet veel van dat ras en die raszuiverheid. Wat moeten nou ineens die koeien en paarden hier? Stil nou, goeie man, en nog even luisteren: ‘Indien wij de raszuiverheid van ons volk verachten, dan verraden wij ons | |
[pagina 342]
| |
eigen volk en in dat verraad van eigen volk verloochenen wij ook het Christendom.’Ga naar voetnoot15. Wâblief, valt onze boer uit, en hij verschuift nerveus zijn pet, wâblief? 't Volk verloochenen, is dàt het christendom verloochenen? Wel heb ik van m'n leven! Twee uit een stad, en drie uit een geslacht, dat heb ik nog pas Zondag hooren verkondigen.Ga naar voetnoot16. De één wordt aangenomen, de ander verlaten!Ga naar voetnoot17. Hoe kan die man dat schrijven, en dan voor ons, die op de Veluwe bij de oude waarheid grootgebracht zijn van ouder op kind. Wèg met die fratsen! Neen, nog éven luisteren: ‘De Godszoon van het licht kreeg van Zijn Vader de opdracht, den gebroken band tusschen God en mensch, tusschen hemel en aarde te herstellen om zoo den ban, die de wereld en het leven drukt, te breken en de levensvreugde te schenken aan het volk, dat zich richt tot God als tot een Vader en vriend. Het Calvinisme van onze goeie ouwe schrievers ook al bij onze Saksische voorouders, lang vóór Christus’ geboorte? Nou, m'n goeie man, jij bent van de kleine kerk,Ga naar voetnoot19. is 't niet? Als jullie dan zoo'n man als die meneer Roskam met z'n onzin en klinkklare heidendom als lid hebben gehad, dan hoef je hier op de Veluwe nooit meer iets van onze Groote Kerk te zeggen. - En meteen, zonder verder te redeneeren, stapte onze Veluwsche boer op. Hij wou niet eens meer aanhooren, wat jij over die kerkelijke tucht te vertellen had...
*
't Is maar een ontwerp, amice, van wat je overkomen zal zijn op je veluwschen tocht. | |
[pagina 343]
| |
Maar zóó iets zal het wel wezen, overal, waar op de Veluwe mijnheer Roskam aanklopt met zijn product. Toch moet je niet je schouders ophalen over al dien onzin. Onzin is nooit machtig, maar soms wel krachtig. En meneer Roskam, voormalig gereformeerde, naar we maar zullen aannemen, heeft nu eenmaal goedgevonden, zijn naam te verbinden óók aan deze passage: ‘De verlossing van ons volk moet dan komen door de jeugd. Ook schijnt de man al druk te werken met de mythe. Lees maar eens dezen barren onzin: ‘In de Germaansche mythologie was de verlossingsgedachte reeds voorondersteld. Het naar eigen aard en roeping doen leven van alle volkeren in de wereld, in harmonie met de Scheppingsgegevenheden, is een eerste eisch, ook voor het Christendom. Zeg, weet je nog, hoe kwaad de nederlandsche N.S.B.-ers waren, toen sommige van hun denkbeelden indertijd heidensch genoemd werden? Maar de heer Roskam beweert nu: ‘Als Christus sterft op Golgotha klinkt over de aarde de triumfkreet ‘Het is volbracht’. Dan beeft de aarde, dan wordt de zon verduisterd en de natuur treurt. Als dan na drie dagen de held overwinnend over den dood weder opstaat, dan juicht de schepping. | |
[pagina 344]
| |
Terecht zegt de heer E.J. Roskam Hzn.: ‘In elke periode van onze geschiedenis, wanneer een nieuwe tijd vroeg om nieuwe mannen, dan kwamen zij, doelbewust, naar voren, die denkers en strijders, die bouwers en bewaarders, die het aanschijn van ons volk vernieuwden. Inderdaad. Deze woorden, ook al zijn ze nog gelardeerd met fantasieën, bevatten toch één stukje waarheid. Het eerste èn het laatste zinnetje, die zijn tenminste waar. De veluwsche boer zal voor deze penetratie in zijn geest niet bezwijken. Hij zal zijn oogen open houden. Voorloopig zal hij over zijn catechismus wat langer nadenken dan over de ‘volksche’ nonsens, waar de naam van den heer Roskam op gedrukt staat. Vale, vale
t.t.
Adolphus Venator. |
|