Verzamelde werken 1940-1941
(1995)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 325]
| |
55. Aan een jongeren tijdgenoot, no. 5Ga naar voetnoot1.Amice,
Bij de lectuur van ons blad ben je zeker nog al eens op een enkel vreemd woord gestuit. Een klein kwaaltje van ‘De Reformatie’, hoor ik meesmuilen; maar ik houd me in dat opzicht liever op de vlakte. Eén van die woorden is ‘interim’. Een interimstoestand. Interimsethiek. Interimsbepalingen. En zoo voort. En zoo voort. Nou, ik hoef jou over dat lastige woord geen lesje te geven. Je hebt op school wel gehoord van ‘het Interim’, een bepaalde periode uit de geschiedenis van volken en regeeringen. ‘Interim’ beteekent, als ik 't goed begrijp, zoo iets als ‘intusschen’, ‘inmiddels’, ‘tusschen de bedrijven door’. Vandaar dat een interimstoestand een soort van overgangsperiode is. Je moet dan met mekaar ergens op wàchten. En dat brengt dan weer mede, dat je in zoo'n interim ook interimstoestanden krijgt. En interimsmaatregelen. Wie zulke toestanden of maatregelen zou aanzien als blijvend, heeft een manco in zijn bovenkamer. En wie een maatregel, die hij zelf blijvend maken wil, jou of mij aandient als een onschuldigen interimsmaatregel, die onderstelt een manco in jouw of mijn bovenkamer. Zou hij ons te slim af wezen? Maar een interregnum (een interimsregeering) is toch geen gewoon regnum (een normale regeering)? Interimskleeren zijn toch geen normale kleeren? Stel, dat je den winter zou moeten zien door te komen met een regenjas-van-papier, dan zul je 'm mogen liefkozen: m'n beste interimsjasje! Maar je verlangt toch stiekum naar een normale, niet? Als in de concertzaal tusschen de bedrijven door de dames en heeren in de corridors zich wat loopen te vertreden, dan kunnen ze een hartig hapje halen aan een buffet: 'n sandwich, 'n glaasje limonade, en ‘éven een caravellis’, voordat het belletje weer gaat. Maar wie begint een diner in de pauze? Nou, m'n waarde, toen ik in onze kolommen dat woord ‘interim’ hier en daar zag staan, een paar keer achter mekaar, moest ik ineens aan een ouden bekende denken. Je hebt wel eens van KierkegaardGa naar voetnoot2. gehoord? Je was enkele jaren geleden niet ‘bij’, als je niet iets van hem wist; hij gold destijds even veel als een mannelijke editie van de jongste noorsche romancière.....voor de onwetenden. Tegenwoordig luwt dat weer wat, al heeft prof. Van RhijnGa naar voetnoot3. nog pas over hem geschreven.Ga naar voetnoot4. Ik dacht, moet je weten, aan een beschouwing, die Kierkegaard ergens | |
[pagina 326]
| |
vastknoopte aan een regeeringsmaatregel in het oude Kopenhagen, zijn woonplaats. 'n Ondernemende minister van financiën van het destijds nog onbeschermde en dus zelfstandige Denemarken had aan de volksvertegenwoordiging een ontwerp van inkomstenbelasting voorgelegd. Schrik van rondom! - dat gaat wel meer zoo met belastingen, kijk maar uit naar je biljet in de eerste interimsjaren......Maar - de deensche minister wist z'n luidjes te troosten. Niks erg, hoor, verklaarde Zijne Excellentie; - het is maar een interimsbelasting! Straks wordt de bepaling weer ingetrokken. Nu kon Kierkegaard nog al eens brommen in zijn baard. Mooie opvoeding, moppert hij, als ze denken, dat nieuwe maatregelen gemakkelijker ‘er in zullen gaan’, als ze maar interimistisch heeten te zijn! Och ja, excellentie, natuurlijk zit daar een element van waarheid in. Maar, zoo pruilt Kierkegaard, er is ook hier een grens, zooals bij alle menschenwerk. Komt Uwe Excellentie over die grens, dan heeft de troost, dat 't maar iets interimistisch is, geen zin meer - als troost. Een grens, zegt u? Ja, en ze is wel aan te wijzen, ook. Overal, waar een restitutio in integrum mogelijk en zeker is, d.w.z. waar we heelemaal weer in den ouden toestand kunnen worden hersteld, en dan op elk willekeurig moment, of voor 't minst aan het eindpunt van het interim, dáár kunt u wel spreken van een interimistische verordening, Excellentie! Maar als zoo'n restitutio in integrum - die Kierkegaard is al nèt zoo vervelend als ‘De Reformatie’ met die niet-interimistische vreemde-woorden-manie - als zoo'n restitutio in integrum kwalijk uitvoerbaar is, of heelemaal onmogelijk, dan kunnen, aldus valt Kierkegaard uit, zulke ministerieele troostredenen over het interimistisch karakter der inkomstenbelasting mij gestolen worden. Excellentie, wordt mijn portemonnaie straks weer bijgevuld? Is er een restitutio in integrum voor mijn beurs? Straks? Ik kan me toch ook niet interimistisch ophangen? Er zijn nu eenmaal dingen, handelingen, je zelf ophangen b.v., die nooit interimistisch zijn. Zoo'n leepe minister! Je ziet je lieve geldje nooit terug.....en toch verklaart Z. Exc.: interimistisch, meneer! Zou een meisje soms gauwer over de eerste verlegenheid heenkomen, wanneer een meneer haar een interimistisch huwelijk aanbood? En dan komt Kierkegaard eerst heelemaal los! We beleven, zegt hij, zoo'n ernstigen tijd, en toch is dat geleuter van interimistisch niet van de lucht. O jullie, sofisten, - als het nu eens gaat over beslissingen, die geen restitutio in integrum toelaten, wat dan? Leuterpraat, meneeren! En zeer misleidend! De eerstvolgende generatie zal die belasting aan den lijve voelen, er is geen spiertje interimistisch aan! Sociale verhoudingen worden er door geschapen, - voor goed. Laten we ons niet belachelijk maken als de vrijer, die het meisje makkelijker tot een ja-woord denkt te verlokken, als hij het voorgestelde huwelijk maar interimistisch noemt. Of als de man, die naar den strop grijpt, en zich wijsmaakt, dat 't niet zoo erg is, als hij slechts een interimistische hangpartij in den zin heeft. Aldus Kierkegaard, in zijn Dagboeken.Ga naar voetnoot5. | |
[pagina 327]
| |
Mijn beste kerel, ook jij wordt vandaag o zoo druk toegesproken met termen uit de interimsdictionaire. Laat je niet in de maling nemen: die interimsdictionaire is allesbehalve een interimistische dictionaire. Dat kunnen ze je in Duitschland wel beter vertellen. Er zijn van die corporatieve vrijers, die op je maagdelijk gemoed afgestuurd worden. We zijn, zeggen ze, in een overgangstijdperk, en nu moet u het oogenblik verstaan. Den opmarsch naar het nieuwe Europa bijhouden, tempo, tempo! Doe mee, anders schiet je straks, na het interim, over, net als 't meisje, dat den huwelijkscandidaat afwees, en later geen kans meer kreeg......Leg 't hoofd in dezen o zoo zachten zijden strop, - 't is maar een interimistische handeling, hoor! Geen Kamervergadering ad interim, - wat doe je nog met je politieke leidraden van vóór het interim? Ken uw interimstijd, duur uw interimsuur, zóó ongeveer moet je in de dagen der duitsche bezetting het opschrift van de klok der Amsterdamsche Beurs lezen. Vóór het interim, meneer, is er zoo ontstellend veel democratische leuterpraat geweest; m'n goeie man, - verzet nou tijdig de bakens, en doe je interimistische oogen bij tijds open! Corporatieve perskamers, - we zijn in het interregnum der sociale en politieke ordening! Federatief verband van vereenigingen, we zijn in het interim der cultureele ontplooiing van den dietschen genius! En zoo voort. Het is al interim wat de klok slaat. Ik geloof niet, m'n waarde, dat ‘De Reformatie’ in 't algemeen over dien Kierkegaard erg te spreken is. Maar ik denk toch, dat ik voor dit maal wel met jou een snoepreisje naar Kopenhagen ondernemen mocht, om dit interimspreekje van 1851 ad interim te lezen. Of, nee, eigenlijk wou ik je maar adviseeren, het niet ad interim, doch voor altijd te overwegen. Want warempel, ik geloof dat Kierkegaard dezen keer heelegaar gelijk heeft. Als jij je laat in slaap sussen door het interims-geleuter, dan ben je dwazer dan dat meisje en dan die galgcandidaat van eigen keuze, waarover Kierkegaard het had. Je komt er niet gauw van af, - misschien wel nooit, als je tegenwoordig (excuseer het germanisme) je ‘instelt’ op het interim. Met die ‘instelling’ zelf heb je al tegenover het interim een niet-interimistische houding aangenomen. Word ik vervelend? Best mogelijk, - want ik heb in mijn eersten na-oorlogsbrief je al gewaarschuwd tegen het akklimatiseeren aan den huidigen toestand. Ik ben ook wat oud, moet je weten. Een restitutio in integrum, die is mogelijk bij God, in Zijn rechtspraak, die zondaren rechtvaardigt. Ze is echter onmogelijk bij de menschen. Elke deuk in onze Oranjeliefde doet schade. Elke relativeering van principes. Elk ontijdig meepraten met de dictatoriale propaganda, ook al is 't over de leuterpraat der democratie, is gevaarlijk - in een interim. Voorloopig moet je niet de democratische leuterpraat bevechten, maar de vrije praat probeeren te redden. Dàt lijkt me interims-werk. En je moet bedenken, dat leuterpraat van democraten nog geen democratische leuterpraat is. Als God de Heere ons heiligt, door ons actueel te leeren spreken in des te grooter trouwbetoon, dan zal Hij ons óók in het zedelijke Zijn restitutio in integrum nabij doen komen, - ze geschiedt pas in het uur van onzen dood. Temeer daarom moet je Zijn Woord des te serieuzer ter hand nemen. Dat is geen interimistisch werk, want het is een gebod voor alle dagen. Het is dus de beste, ja, eenige redding, óók in het interim van heden, dat trouwens slechts zeer ten deele een interim is. | |
[pagina 328]
| |
En pas op voor geweckte importappelen op gebeelde interimsschalen,Ga naar voetnoot6. - elke week krijg je een nieuwe portie op je menu. Pas op voor Kierkegaards minister, den leeperd. Hij zei: geef den keizer wat den keizers is, en voegde er aan toe: 't is maar ad interim! Maar Christus liet die toevoeging weg. Hoe zou Hij anders dat bevel op één lijn hebben kunnen plaatsen met het nimmer interimaire: geef Gode wat Gods is?Ga naar voetnoot7. Met hartelijken, ik hoop, niet-interimistischen, groet,
Adolphus Venator. |
|