Om woord en kerk. Preeken, lezingen, studiën en kerkbode-artikelen. Deel 2
(1949)–K. Schilder– Auteursrecht onbekendDe straf der werkersGa naar voetnoot1)Er schijnen nog steeds menschen te bestaan, die meenen, dat werken een strafwaardige zaak is. Zulke menschen zijn er bij het volk. Ze zijn er helaas ook nog wel onder de leiders des volks. Wanneer iemand zich geeft ook voor anderen arbeid dan die het meest voor de hand ligt, tien tegen één, dat hij van hetzelfde volk, waarvoor hij het doet, af en toe 'n snauw krijgt. Wie te middernacht of in den vroegen ochtend, als andere weleerwaarden te bed liggen, schrijft voor een blaadje, dat eenigermate de menschen herinneren wil, dat ze tot de kerkelijke gemeenschap behooren, en dat dan niet precies doet naar den zin van de massa, of daarbij niet altijd het juiste woord grijpt, die ziet grimmige aangezichten; maar zijn collega is de bovenste beste; hij lag ook om half elf te bed en inspecteerde 's morgens om 9 uur de aardbeien in z'n tuin. Wie af en toe zoo in 'n preek eens roept om reformatie van dit en reformatie van dat, en met veel vuur betoogt, dat de onuitputtelijke rijkdom van de genade Gods in Jezus Christus ons steeds weer met heilige verwondering moet vervullen, die is de beste dominee en drinkt zijn welverdiende koffie straks uit. Maar wie dan ook eens met reformeeren beginnen wil en eens wat op papier zet, dat ernst met de zaak maakt, die krijgt kritiek op kritiek, die wordt voor nieuwlichter uitgemaakt of voor albediller; of, als hij bij 't verklaren van den tekst werkelijk en opzettelijk poogt te beantwoorden aan het. voorzoover mij bekend, vaak ondoordacht en dikwijls onoprechte consistoriegebed, dat hij oude en nieuwe dingen mag voortbrengen, die wordt met Nissen en Stock-Renkema bewerkt en als hij niet boven de 50 jaar is, hier en daar 'n Netelenbassiaan genoemd! De prediker, die verkondigt, dat we de eeuwigheid noodig | |
[pagina 64]
| |
zullen hebben, om al de schatten in Christus in nieuw licht al-door te zien, roert de harten van het volk. Maar hij, die in preek of geschrift, dan alvast den tijd ermee vult, en wat anders probeert dan klakkeloos napraten, wat al duizend maal gezegd is, krijgt zijn straf voor die zonde tegen vrome inertie. Wie in grootere of kleinere pers, als de medewerkers de redactie maar laten werken. noodgedwongen, copie levert van zichzelf, omdat anderen op de thee zijn, die krijgt 'n. hoofdschudding tot belooning, omdat hij - zeker niet zonder zelfvoldaanheid! - zoo maar kranten volschrijft. De straf der werkers naar de logica des volks! En soms gaan ook de leiders in de jury zitten. Wanneer we af en toe eens zeggen, dat onchristelijke litteratuur zoo gruwelijk is, en zoo eens in de ‘toepassing’ den ouders en den kinderen eens flink 't oordeel aanzeggen - dan vindt de vrouw van den dominee haar man misschien erg ‘getrouw’. Hij vindt het zelf ook. Maar als dan iemand werken gaat, lijnen gaat uitstippelen en men kan er iets in vinden, dat men zelf anders voelt, dan wordt 't onbarmhartig uitgeschreeuwd. Of als een ander zich geeft voor den in onzen tijd onmisbaren persarbeid, ook in het verzorgen van een leestafel-rubriek, niet naar de wijze der vaderen, dan wordt hij voor de volkstribune 'n weinigje als doctor criticus niet zonder eenige onvriendelijkheid tentoongesteld en fijntjes geknepen. En zoo ware er meer te noemen. 't Wonderlijkste is wel, dat men dan nog als verklaring aanvoert: Wie aan den weg timmert, heeft veel bekijks. Toegegeven. Maar wie aan den weg gaat staan en ànderen maar láát timmeren.......hoe staat 't met hem? Men late de werkers met rust. En als men dan werkelijk méént, dat er fouten gemaakt worden dan herinnere men zich het zeer wijze woord van het Geref. Jongelingsblad van voor enkele maanden: Alleen wie werkt, maakt fouten. |
|