De Kerk. Deel 1 (Verzamelde werken afdeling III)

‘De knuppel in het hoenderhok’.^**)

Dr Geelkerken schrijft in ‘Woord en Geest’ iets over het boek van Dr Ubbink:

Het boek van Dr Ubbink blijkt een knuppel in het hoenderhok. Ditmaal evenwel niet van buiten af, maar uit den eigen kerkelijken kring er in geworpen.

Indien Dr Geelkerken ons minder liet kijken in zijn ziel, en wat meer in de brede schachten der objectieve waarheid, en der concrete werkelijkheid, dan zou hij de kwestie zó gesteld hebben: indien dit boek een knuppel is in het hoenderhok der gereformeerde kerken, die de drie formulieren van enigheid aanvaarden, dan is het dat ook voor ons, die voor God en mensen met een eed hebben bezworen, dat wij de drie formulieren van enigheid bewaren, ongerept, zelfs bewaren tegenover de gereformeerde kerken in Nederland.

Deed Dr G. deze vraag, dan zou het debat rustig kunnen blijven.

**) De Ref., 12e jrg. no. 3, 16 oktober 1931, bl. 22 (Persschouw).

[p. 120]

Er bleef dan niets anders te doen over, dan zuiver logisch - en hierbij kan de eerste de beste boeddhist, brahmaan, christen, jood, die hersenen heeft, voorlichting geven - de vraag te stellen en te beantwoorden: is, wat Dr Ubbink zegt, overeenkomstig de drie formulieren van enigheid? Bleek dan, dat dit niet zo was, dan was de knuppel geworpen (nog wel door iemand, die ‘organisch’ schijnt te behoren tot den Woord-en-Geest-kring, en dus al evenzeer ‘niet van buiten af’) óók in den kring der de drie formulieren van enigheid allergetrouwst bewarende (als men het geloven mag) ‘hersteld-verband-gemeenschap’.

Ik begrijp soms niets van de kerk-worstelingen; alleen, dat ze gruwelijk oneerlijk zijn. Precies dezelfde methoden volgende, als in den oorlog, tegen welks uitwassen(!) men zo strijdt, in zwang zijn. De vlucht uit het concrete, alweer......