De Kerk. Deel 1 (Verzamelde werken afdeling III)
(1960)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 4]
| |||||||||
[pagina 5]
| |||||||||
Ter inleiding.1. Verantwoordelijkheid.Evenals dat geschied is in wat ter inleiding werd opgemerkt bij het eerste deel van de preken uit de nalatenschap van Prof. Dr. K. Schilder, willen wij, nu overgegaan wordt tot de publicatie van wat Schilder over de Kerk geschreven heeft, nadrukkelijk vooropstellen, dat uitgave in deze vorm geheel voor verantwoordelijkheid komt van de bewerker van dit gedeelte dezer Verzamelde Werken. Wel is de situatie nu enigszins anders dan bij de bewerking van de eerste delen van deze reeks, omdat de lezer nu niets anders geboden wordt, dan wat door Schilder is gepubliceerd en dus door hemzelf voor de pers is gereed gemaakt. In dit opzicht kan dus gezegd worden, dat de volle verantwoordelijkheid voor het gepubliceerde rust op de auteur. Evenwel: de hernieuwde publicatie en de publicatie in deze vorm komt niet voor zijn rekening. De auteur heeft zelf steeds bewust onderscheid gemaakt tussen het week-aan-week-publiceren in de arbeid der kerkelijke journalistiek én de publicatie van afgeronde studies. Nu in de komende delen juist het wekelijks door hem gepubliceerde een grote plaats zal innemen, komt het ons niet onnodig voor op dit onderscheid te wijzen: Het is bekend hoe minutieus de auteur het door hem in weekblad of tijdschrift geschrevene weer toetste, wanneer hij dit opnam in het kader van een bepaald boek; deze toetsing, correctie en aanvulling, is nu niet aanwezig. | |||||||||
2. Geen selectie.Nauw verbonden met wat onder 1 is opgemerkt moge hier tevens uitgesproken zijn, dat nu de auteur zelf ons ontvallen is, daarmede naar ons oordeel, tegelijk de mogelijkheid van een authentieke selectie van het voorhanden materiaal is weggevallen. Het lijdt geen twijfel, dat Schilder, indien hij tot hernieuwde publicatie gekomen was, niet alleen het voorhanden materiaal gecorrigeerd en aangevuld zou hebben, maar tevens tot een ingrijpende selectie zou | |||||||||
[pagina 6]
| |||||||||
zijn overgegaan: zijn nagelaten papieren geven in dit opzicht wel genoegzame aanwijzingen. Voorzover mogelijk zijn deze in de annotatie van de bewerker verwerkt. Maar waar de schrijver vanzelfsprekend het recht toe gehad zou hebben en wat hij zichzelf in het geval van een tweede publicatie tot plicht zou gerekend hebben, is niet het recht van diegenen, die, na zijn sterven de taak op zich genomen hebben het verspreide materiaal gereed te maken voor definitieve publicatie. | |||||||||
3. Methode van publicatie.Terwille van een zo groot mogelijke objectiviteit is gekozen voor de strikt-chronologische methode van publicatie. De lezer krijgt dus eenvoudig geboden, wat Schilder in de loop der jaren achtereenvolgens over de Kerk gepubliceerd heeft. Wel hebben wij het tot onze vrijheid geacht te behoren soms in een bepaald opzicht de ordening van de stof zelf ter hand te nemen. Wanneer de auteur in de rubriek ‘Kerkelijk Leven’ van het blad DE REFORMATIE breed inging op de leer der Kerk, dan begeleidde hij zijn betoog a.h.w. in dezelfde of ook andere rubrieken (vooral de rubriek ‘Persschouw’) met fragmentarische, thetische en polemische opmerkingen. Om nu in deze gevallen een zoveel mogelijk sluitend en leesbaar geheel te verkrijgen, zullen wij dit ‘kleingoed’ zoveel mogelijk in noten onderbrengen, zodat de doorlopende lijn van het gepubliceerde gevormd wordt door het voortgaande betoog. Bij de bearbeiding van de stof bleek het telken male niet wel mogelijk de wekelijks gepubliceerde vervolgartikelen aan één te voegen met terzijdelating van vervolgnummer; om daartoe te geraken zou te sterk ingegrepen moeten worden in de stof, die steeds weer het stempel van de wekelijkse journalistiek vertoont in het reageren op wat tijdens de publicatie de auteur voor de aandacht kwam. | |||||||||
4. Begrenzing van het in deze delen te publiceren materiaal.Mede terwille van een evenwichtige verdeling van de stof over het geheel van de Verzamelde Werken heeft de bewerker van deze delen zich een bepaalde redactionele beperking op moeten leggen, die van ingrijpende betekenis is en daarom ook in dit inleidend woord vermeld dient te worden. Schilder heeft namelijk niet alleen | |||||||||
[pagina 7]
| |||||||||
in blad en brochure over de Kerk gehandeld, maar ook op de kansel en de katheder in prediking en college-voordrachtGa naar voetnoot1). Nu zal men in déze delen van de Verzamelde Werken geordend vinden, wat tot nu toe verspreid heeft gelegen in blad en brochure. Maar wil men volledig georiënteerd zijn in Schilders onderwijs inzake de Kerk, dan is het even noodzakelijk kennis te nemen van wat in deze bewaard is gebleven aan kansel- en kathederarbeid. Voor wat de preken betreft: deze zijn reeds opgenomen. Wij verwijzen naar het register van namen en zaken, opgenomen in deel III van de Preken, s.v. Kerk. De college-voordrachten, die opzettelijk de leer aangaande de Kerk aan de orde stellen en behandelen, konden in deze serie nog geen publicatie vinden. Maar ook hier is er, alleen al terwille van de integriteit van het geheel, van afgezien een gedeelte uit het totaal der college-voordrachten te lichten. Op dit punt moet dus alsnog verwezen worden naar de college-dictaten, die gestencild uitgegeven zijn. Wij noemen in de eerste plaats het afzonderlijk dictaat over De Kerk, een ‘verslag van de door Prof. Schilder gegeven intermezzo-colleges over problemen inzake de Kerk n.a.v. de “Heraut”- artikelen over “Het leerstuk der Kerk”.’ Deze intermezzo-colleges werden gegeven van januari tot juli 1942. In de tweede plaats is te wijzen op bepaalde gedeelten uit college-dictaten, die een breder of wel gevarieerder terrein bestrijken.
Wij noemen:
Van alle college-dictaten geldt, dat ze uitgegeven zijn geheel | |||||||||
[pagina 8]
| |||||||||
buiten verantwoordelijkheid van Prof. Schilder. Wellicht mag in dit verband gewezen worden naar wat dr. A. Kuyper heeft opgemerkt n.a.v. de publicatie van zijn college-voordrachten over de dogmatiek: ‘het (is) van genoegzame bekendheid, dat lang niet alle dictaten van gelijke waarde zijn, dat er enkele zeer goede zich bij bevinden, anderen van twijfelachtig gehalte, en ook enkelen van inferieure kwaliteit’. | |||||||||
5. Verdere begrenzing van de stof.Een eigenaardige moeilijkheid doet zich nog voor bij het rubriekmatig ordenen in dit werk van wat niet-systematisch is gegeven. Al wat Schilder schreef wordt kennelijk vaak medegedragen door wat hij t.a.v. de Kerk geloofde. Dat is zeer duidelijk het geval met zijn vele zaken omvattende polemiek met sommigen van hen die in 1926 uit De Gereformeerde Kerken traden, (‘Gereformeerde Kerken in Hersteld Verband’), met Hervormde en Christelijke Gereformeerde auteurs, alsmede met hen, die verantwoordelijkheid namen voor de leerbeslissingen en de daarna gevolgde schorsingen en afzettingen in 1942 e.v.j. Zonder dat de auteur dan veelszins opzettelijk over de Kerk handelt, straalt om zo te zeggen bij al zijn vertogen door, dat hij over allerlei concrete en actuele onderwerpen niet anders kon en mocht schrijven, omdat hij hier in geding zag komen, datgene wat de Schrift ons leert aangaande de Kerk van Jezus Christus. Daarom was de verleiding groot om uit de verschillende kerkbodes, die hij (mede) geredigeerd heeft, uit DE BAZUIN, in welk blad hij lange tijd de rubriek ‘Op en om ons erf’, verzorgde en uit de kolommen van DE REFORMATIE, dit materiaal in deze delen op te nemen. De overweging deed zich namelijk krachtig gelden, dat Schilder in zijn strijd om en voor de Kerk eigenlijk pas ten volle verstaan kon worden uit het totaal van zijn werk en dus in een geduldig nagaan van wàt immer hem voor ogen bleef staan in zijn schier eindeloze polemiek. Deze overweging houdt haar recht. Daarom menen wij in deze inleidende opmerkingen óók naar dit polemische oeuvre te moeten verwijzen. Maar anderzijds vreesden wij, wanneer wij ons eenmaal op dit pad begaven, het einde niet meer te kunnen zien. Terwijl tevens de vraag op kwam, of het geheel, dat zich toch zeer uitdrukkelijk presenteert als de ordening van wat Schilder over de Kerk geschre- | |||||||||
[pagina 9]
| |||||||||
ven heeft, niet sterk aan leesbaarheid zou inboeten, wanneer men allerlei onderwerpen zou besproken zien, die toch slechts met het hoofd-onderwerp in zijdelings verband staan. Ook meenden wij op deze wijze al te sterk in te grijpen op de arbeid van de overige bewerkers. Hoe moeilijk de beslissing op dit punt ook is geweest, tenslotte hebben wij het verantwoord geacht te besluiten het hierboven aangeduide materiaal, als een totaal gezien, niet op te nemen. Slechts indien in deze polemieken ingegaan wordt op misvattingen aangaande de Kerk of eigen standpunt wordt uiteengezet, zijn wij tot opname overgegaan. | |||||||||
6. Wijze van annotatie.De noten door de bewerker aangebracht zijn door sterren aangeduid; de overige annotatie is door Prof. Schilder zelf aangebracht.
De Bewerker. |
|