26 Februari
Satanische zevenvoudigheid.Ga naar voetnoot+
Dan gaat hij heen en neemt met zich zeven andere geesten, boozer dan hijzelf en het laatste van dien mensch wordt erger dan het eerste. Alzoo zal het ook met dit geslacht zijn. ..................... matth. 12:45.
Van het zeven-tal houden zoowel Geest als Beest. Want ‘zeven’ duidt aan: de volkomenheid, de afronding, het gereedkomen met zijn werk. De Bijbel begint met den éénen Geest; want van Hem spreekt reeds de eerste bladzijde van Genesis; doch hij eindigt met de zevenvoudigheid des Geestes; want de eerste bladzijde van het laatste bijbelboek geeft ons den zegen van ‘de zeven Geesten’, die voor Gods troon zijn. Zoo wordt des Geestes eenheid in het zevental uiteengelegd, gelijk het eene zonlicht in zeven kleuren uiteenvalt; maar de zevenheid keert ook tot de eenheid weer; al wat de Geest doet is onafscheidelijk één.
En nu het Beest? Jezus Christus predikt ons, dat ook Satan zich opworstelt naar het zevental. Om Israëls bederf te teekenen, kiest Jezus het beeld van een van den duivel bezetene, die eerst ten prooi was aan één duivel. Toen die ééne duivel uitgeworpen was, had hij zijn slachtoffer verlaten, maar niet voor altijd. Een oogenblik herstelt de genezene zich, en wil in zijn leven ‘schoon schip maken’. Maar de uitgeworpen duivel duldt dat niet. Straks neemt hij ‘zeven’ andere duivelen met zich mee, d.w.z. hij werpt zich nu met ‘volle’ energie op den mensch, dien hij binden wil, en het laatste van dien mensch wordt erger dan het eerste. Alzoo zal het ook met het vleeschelijk Israël zijn. Toen de Heiland optrad, heeft aanvankelijk zijn werk de menschen gepakt en verbaasd. Tranen zijn geschreid, zondaren beloofden beterschap; het scheen alsof Israël den demon van zijn ongeloof en onbekeerlijkheid had uitgedreven voor goed. Maar de bekeering van Israël raakte het hart niet. Straks komt de duivel terug; hij herovert de vesting, die een oogenblik was prijsgegeven. En die satanische verzevenvoudiging van energie maakt het volk Israël tenslotte tot een woonstede van duivelen, een duister operatieveld der hel.
Als Christus Jezus onder Israël werkt, dan openbaart zich door en in Hem de Geest Gods met zevenvoudige uitstraling van licht en leven. Hij werpt eerst op dat volk zijn zevenvoudige kracht; Hij voert de krachtcentrale Gods tot zevenvoudige energie op. Maar dan komt óók de Satan met zijn zevenvoud. Hij komt, om Christus' 7-tal Hem te ontnemen, om Hem den weg van alpha tot omega te blokkeeren. Want Christus is nooit de oorzaak, maar wel altijd de aanleiding voor den Satan om van een-heid tot zeven-vuldigheid te komen. Want het kwaad beschikt zichzelf zijn wegen niet. Tusschen de inkomst van den éénen duivel en de wederkomst van de zeven, ligt altijd de komst van den Christus, en de werking van den Heiligen Geest. Satan kan voor zijn kwaad nooit oorzaak in Christus vinden, maar moet altijd aanleiding uit Hem nemen. In den oorlog tegen God moet hij zijn slagvaardigheid, zijn aanvalskracht bepalen niet naar eigen, maar naar Gods wil. En daarom openbaart zijn grootste kracht nog zijn zwakheid; juist in zijn ‘zevenvoudige’ energie blijkt hij een met ‘zeven’ zeelen gebondene.