dinaire dienst van het evangelie (iii, 434), - oftewel: de stem des evangelies, klinkende in de kerk door den dienst der menschen.
Die ééne stem zal echter óók in de kerk verschillende uitwerking hebben: niet àlle steenen harten worden murw.
En de verworpenen? Beza zegt van hen, wat sommigen tegenwoordig niet eens durven naspreken: Ook hun is de leer der zaligheid aangeboden (sibi oblatam salutis doctrinam).
Dát ‘aanbod’ intusschen is géén Kalamazoo-product bij Beza: zie zijn grimmige plaatje maar: haat eerst, roeping-zonder-effect-gelaten daarná.
Maar het gezágselement, dat in dat aanbod ligt, dát kent ook Beza, iii, 434.
Ik concludeer: onze vrijgemaakte menschen kunnen coll. Hoeksema's gelederen versterken in zijn strijd tegen de gemeene-gratie-leer, die in Amerika haar slachtoffers bij massa's maakt. Maar als hij meenen zou, dat zij met de uitspraak: ‘de belófte geldt allen’ toch, al is 't onbewust, weer de gemeene-gratie accepteeren, dan vergist hij zich in hun en onze bedoeling. En hij kan aan Beza zien, dat zij niet in de Kalamazoosche netten gevangen zitten. Het staat aan hem, hen te helpen en meteen zijn eigen kerkelijk leven te verrijken. Ik heb ze liever in de kerk dan een stelletje jabroers.
Gemeene gratie? Ik lees er bij Beza niets van. Ik las bij hem wèl van ‘commune misère’.