§ 33. Conditie en dreiging.
Beza zegt dus: als een kerk niet meer de conditie zou preeken, en niet de dreiging zou opnemen in de prediking, dan ware vruchteloos, wat God als middel ter toebrenging der uitverkorenen heeft vastgesteld. En zou men ons nu willen verbieden, dat mèt Beza te leeren? We kunnen er niet aan denken; ook niet om der wille van den lieven vrede, want hier raakt het de Dordtsche Leerregels, inzake de dreiging en de conditie: belofte-met-bevel! (185). Beza zegt dan ook, dat God aan de uitverkorenen het geloof geeft (‘schept’), OPDAT zij de conditie, die bij de prediking van het evangelie gevoegd was, konden praesteeren (die conditie is dus aan álle prediking eigen, zonder haar is de preek geen preek, volgens den supralapsariër Beza; laat dus ieder oppassen, dat hij niet supralapsaristischer wordt dan deze supralapsaristenkoning. De uitverkorenen gaan dan ook den hun aangeboden (oblatum) Christus werkelijk aannemen (186). Hóe die Christus aangeboden was? Wel, zegt Beza: universeel, èn voor iedereen (promiscue); laat mij dus de waarschuwing van zooeven nerhalen...voor eigen en amerikaansch gebruik (186).