§ 16. ‘Zijn voor’.
Wat is de draagwijdte van de uitspraak: ‘de belofte is voor allen’ (die wettig door een kerk van Christus zijn gedoopt). We gaven reeds aan, waarom we het broodnoodig achten, dat men - alvorens men ongelukken over de kerk laat komen door volmaakt overbódige ruzies - precies verklaart, wat verstaan wordt onder de woorden: ‘zijn voor’ (de belofte ‘is voor’ allen, of: ‘alleen voor de uitverkorenen’ ‘is ze’).
Beteekent dat: de belofte schept een rechtsverband, en erkent het reeds bestaande, en legt de gedoopten ook individueel in rèchts-klemmen, dán zeggen we : ze is voor allen.
Maar wil iemand onder de uitdrukking ‘zijn voor’ verstaan hebben: het tot op de laatste penning toe voor eeuwig in hánden komen van den beloofden inhoud, dán verzekeren we: alleen voor de uitverkorenen.
Het dunkt ons nog al duidelijk, dat men met een formule hier niet veel uitricht, tenzij klaar onderscheiden wordt.