de Remonstranten, met name Corvinus, tot drie keer toe, ook p. 263, a, toch asjeblieft niet de verkiezing met de ten-uitvoer-legging van de verkiezing (dat besluit) te verwarren. Besluit en besluits-uitvoering zijn twee. Niet die verkiezing is de oorzaak; want de verkiezing, het besluit, is ‘van eeuwigheid’. Als ik besluit, naar Amsterdam te reizen, dan gebeurt er nog niets. De oorzaak van mijn komst in Amsterdam is, dat ik tenslotte mijn jas aan trek, naar den trein stap en bonjour zeg tegen het silhouet van mijn woonplaats. Als IK wat besluit, dan kan dat bij MIJ nog een verandering veroorzaken, want ik besloot eerst heelemaal niet, en misschien had ik wel eerst wat anders zoogenaamd besloten, b.v. naar Enschede te reizen. Doch in God zijn alle besluiten onveranderlijk, een besluit causeert, veroorzaakt, dus niets. In Hem niet. En in ons niet. Hetgeen in ons causeert, en dus oorzaak en bron van ‘al het heil’ is, dat is iets, dat in den tijd komt. De ‘oorzaken’ werken allemaal met en in den tijd. Natuurlijk weten de broeders ginds dat evengoed als wij.
Maar nu verder.
Welnu, zegt Twissus tegen Corvinus, houd nu eindelijk eens op, met ons allerlei leelijks in de schoenen te schuiven, b.v. door een kettingredeneering als volgt op te zetten:
a) | de gereformeerden beweren, dat de uitverkiezing oorzaak en bron is van alle heil; |
b) | een bron, die God laat vloeien, zàl ook water geven, een oorzaak, die God laat werken, zal ook werken; |
c) | de gereformeerden leeren dus: een uitverkorene zal zéker gelooven, dat kan hij niet laten, wie zal een bron stoppen, die God laat vloeien? |
d) | ze maken de menschen dus maar slordig, en lui en zorgeloos: mooie zieleherders, die gereformeerden! |
Man, schei uit, zegt Twissus nu, jij vergeet, dat het besluit, strikt genomen, geen bron en oorzaak is. We zeggen niet tegen onze kinderen, onze menschen: jij bent uitverkoren, dat is je tenminste in den doop wel zoo ten naaste bij te verstaan gegeven, en dus: de ader van Gods klare genezend water IS al aan het vloeien gegaan. Neen, zegt Twissus, jullie remonstranten vergeten dit ééne ding: de leer der verkiezing is geen oorzaken-, of bronnen-leer. Voor oorzaken en bronnen moeten we in den tijd wezen. In wat God hier beneden in-gang-zet. Bijvoorbeeld, en dan wel allereerst: de prediking des Woords. Daar