geëerbiedigd. Ze doen dik tegen de Joden, want er zijn duitsche autoriteiten in de buurt, - alsof die heeren zouden vergeten, dat het hier Nederland is, waar behoudens volstrekte verhindering, de wettelijke positie der Joden te eerbiedigen valt. Of, ze probeeren een bepaalden radio-omroep een voorrangspositie te bezorgen, want er zijn duitsche autoriteiten in de buurt, - alsof die heeren zouden vergeten, dat het hier Nederland is, waar behoudens volstrekte verhindering de omroepvereenigingen gelijke rechten houden moeten. Of, ze probeeren hagespraken te promoveeren, en andere politieke vergaderingen tegen te werken, en de pers te dwingen in de richting van hùn allerspeciaalste inzichten, want er zijn duitsche autoriteiten in de buurt, - alsof die heeren vergeten zouden, dat het hier Nederland is, waar behoudens volstrekte verhindering alle politieke partijen en bladen mogen staan op hun wettelijke rechten.
Deze plunderaars in smoking, of in het nog veel mooiere hemd, willen jou en mij in òns hemd laten staan. En inderdaad, dat hemd van ons is maar uniform en dus geen uniform, waarmee we de straat op kunnen.
En alzoo willen zij ons afscheiden. Niet wij scheiden ons van hen af, doch zij scheiden ons van zich af. Zij hoopen brandstof op, en God geve, amice, dat er geen ongelukken van komen, als de generale revisie komt. Als je ze hóórt, dan gebeuren er wel ongelukken: ze praten nog al eens over het uur der wraak, dat komt. En ze vertellen ons nu al, alsof zij Europa in mekaar moesten zetten, dat we heelemaal duitsch zullen worden, tenzij we het groote uur begrijpen. Ik dacht in mijn verdragsgetrouwe onnoozelheid, dat het groote uur alleen begrepen werd, indien naar het Verdrag, dat ‘De Standaard’ afdrukte, behoudens volstrekte verhindering onze nederlandsche landswetten geëerbiedigd werden. Vooral door nederlanders zelf. Wie dat niet doet, doet on-nederlandsche handelingen, en ook onduitsche, volgens het Verdrag. Ik denk, dat, nu minister De Geer afwezig is, minister Seyss Inquart hun dat wel aan 't verstand zal moeten brengen.
Intusschen, mijn beste, vergeet niet, waar je staat, jij met je belijdende christelijke overtuiging. Je wordt afgescheiden, man. Je heb 't goed gehad: een paar ministers op je bondsdag, kamer-