ook zijn ‘jeugd’ gevormd: een nationale jeugdactie, op nationale leest geschoeid, maar heusch niet met verwaarloozing der religieuze beseffen! Amos kent ze ook wel, die Jerobeam-jeugd. Het zijn sportieve jongelui, een krachtig ras, heroiek genoeg. ‘De schoonste maagden’, zuiver ras. ‘De strijdbare knapen’, - dapper, verbeten, de tanden op mekaar (vs 3). En o zoo lang had men het nationale leven er mee kunnen bouwen en bezielen.
En toch -
Toch bleven ook in het tienstammenrijk oude tradities taai. Hoewel Jerobeam zijn menschen van het tweestammenrijk had willen verwijderd houden, bleek het toch, dat op den duur het heimwee naar de oude rijksgrenzen, van vóór de scheuring, velen af en toe te machtig werd. Oudtijds, vóór de rijksscheuring, had men de grenzen van het rijk aldus aangegeven: ‘van Dan tot Berseba’. Dat was in de dagen van den grooten Salomo zoo geweest. ‘Dan’, in de noordmark, ‘Berseba’ in de zuidmark. O ja, als de grenzen van Dan tot Bethel loopen, is het goed leven, onder een goeden leider. Maar stel u toch eens even voor, dat de grenzen weer loopen van Dan tot Berseba? Berseba, de Saar, de Boekowina, de Oostmark, Vlaanderen, het wordt alles op zijn beurt terug verlangd: heim ins Reich, Groot-Dietschland, Groot-Israël!
Geen wonder, dat er menschen zijn, die, hoewel tot het tienstammenrijk behoorende, toch wel graag naar Berseba op pelgrimage gaan. ‘Van de pelgrimstochten uit het tienstammenrijk naar Berseba weten we alleen door een paar uitspraken van Amos, 5:5, en 8:14. Een zonderlinge pelgrimstocht! Bethel, het koninklijke centraalheiligdom (Amos 7:13) voorbij. Vlak langs Jeruzalem - het schrikbeeld van den eersten Jerobeam (1 Kon. 12:26-27). Door heel de lengte van Juda heen, langs Bethlehem, Tekoa (de woonplaats van Amos) en Hebron, bereikten ze eindelijk Berseba, de plaats, waar Jahwe in den grijzen voortijd verschenen was aan Izaäk en Israël (Gen. 26:23-25; 46:1-4), aartsvaders, naar wie ze gaarne hunne heiligdommen noemden (Amos 7:9)’ (Van Gelderen).
Is 't niet prachtig? De traditie herleeft; ze hebben het er voor over, zich van den Judeeschen Corridor te bedienen! Een gelukkige inconsequentie! Een ‘deur der hope’?
⋆ ⋆ ⋆