dwaasheid? Reeds dragen zijn adepten hem op de schouders, en het gaat linea recta naar de residentie der verjaagde regeering: de parvenu wordt heros, en drager van de hoogste macht.
Namen zoeken? Het is niet noodig. Aan Jozef denkt de een, aan Jerobeam de ander, aan Astyages, Cyrus, Onias, Alexander Jannaeus, Alexander, den zoon van Herodes den Groote nog weer derden. Aan tijd- en landgenooten, hun geschiedenis of hun droomen, denken zéker vierden. Maar de Prediker zinspeelt op niemand. Hij heeft een algemeenen regel op het oog; en hij kent geen eeuw, die geen voorbeelden aan kan wijzen.
Met één slag zijn alle verhoudingen dan veranderd. Hoe men ook vertaalt, hetzij men met de Statenvertaling den man van aanzien in vs 14 b berooid in ballingschap ziet gaan, hetzij men dit tekstgedeelte laat slaan op den nieuwen gezagsdrager van daareven (‘arm geboren tijdens het koningschap van den oude’), - in beide gevallen is de záák dezelfde.
En dan is daar die overeenkomstige volksreactie. ‘Al de levenden’, hyperbolisch gesproken, beteekent dat: zoo goed als iedereen, ‘al de levenden’, kiezen de zijde van het nieuwe licht, ze zijn vóór den man van het opvallende succes. Ze stemmen vóór den onstuimige, die de plaats van den oude in zal nemen. ‘Dat is’, aldus de Kantteekeningen, ‘openlijk converseerende, of omgaande, te weten, om bijtijds zijne goede gratie of gunst te verwerven’. Ziedaar het paard, waarop ze nu ineens allemaal gewed hadden, het groote nieuws van de arena! Of neen, 't was eigenlijk geen ‘wedden’, doch een ontdekken, een intuïtief taxeeren geweest! Geen eind, aldus vertaalt men vaak vs 16 a, geen eind was er aan de volksmenigte, de scharen, die hem volgden. (Gemser, Siegfried, e.a.)
Toch, aldus vs 16b, dachten latere generaties er niet meer zoo over. De komeet trok weer voorbij en toen een andere ook nog maar werd áángekondigd, trok diè de belangstelling. ‘De nakomelingen zullen zich over hem ook niet verblijden’; de latere generaties jubelen hem niet meer toe; later is hij niet meer bemind...... Want ook dit is ijdelheid en een najagen van...... wind.
Een najagen van wind. -
't Is alles wind, waar zich zijn hart mee streelt......
⋆ ⋆ ⋆