20. Dr H.W. v.d. Vaart Smit.
Wat velen reeds wisten, wordt door den betrokkene thans zelf medegedeeld:
Sedert eenigen tijd is dr H.W. v.d. Vaart Smit hoofd van het A.N.P.-kantoor te Den Haag. Onlangs is hij bij de redacties van ‘kerkelijke en religieuze bladen’ zijn te betalen diensten komen aanbieden: in kwaliteit van het door hem nog steeds als Nederlandsch Christelijk Persbureau aangediende instituut wil hij deze kerkelijke en religieuze bladen doen profiteeren van de wetenschap omtrent, en het contact met ‘de duitsche instanties’ in Den Haag, gelijk die wetenschap en dit contact hem dan weer vergund zijn in kwaliteit van hoofd van het A.N.P.-kantoor.
We hadden dus eerst den z.g. Raad van Voorlichting, die al dadelijk andere overeenkomstige instituten afwees: men moest bij hèm zijn. Nu komt dr v.d. Vaart Smit weer afzonderlijk te staan.
We krijgen heusch te veel. En we vergeten niet, dat die z.g. Raad van Voorlichting zelf al dadelijk aangekondigd heeft, gebruik te zullen maken van het A.N.P.-net: er was dus al contacht met dr v.d. Vaart Smit, die trouwens in kwaliteit van directeur van het Ned. Chr. Persbureau het z.g. vertrouwelijke, maar valsche bericht van dien Raad inzake ons blad heeft verspreid; blijkbaar trokken de wederzijdsche betrokkenen zich van elkaars vertrouwelijkheidsgebaren onderling ook al niets aan.
Na wat wij geschreven hebben over dr v.d. Vaart Smit adviseeren wij onze bladen, ook deze private aanbieding onbeantwoord te laten, en er althans geen gebruik van te maken. Reeds heeft dr v.d. Vaart Smit van een predikant een duidelijk afwijzend antwoord ontvangen.
(16 Augustus 1940.)