19. ‘Scheeve voorstelling’.
‘De Rotterdammer’ van 10 Aug. j.l. schrijft, dat wij een scheeve voorstelling hebben gegeven omtrent de christelijke pers, en ook ten opzichte van ‘De Rotterdammer’, toen wij n.l. klaagden, dat een deel van onze pers, onder inwerking van de mededeelingen van den z.g. ‘Raad van Voorlichting’, de brochure-dr Colijn had doodgezwegen. Hoewel we opmerkten, uit de beste bron te citeeren, we hadden n.l., wat we thans wel móeten zeggen, een schrijven gelezen, dat we bereid zijn door te zenden, onderteekend ‘Red. Rotterdammer’, en gedateerd 13-7-'40, meent het blad, dat we ons vergissen, en dat het ‘verhaal’ - zoo was 't niet bedoeld - ‘in geen enkel opzicht op ons blad slaat’.
We willen hier graag vermelden, dat in het ‘Rotterdammer’ - nummer van 2 Juli een overzicht van den inhoud van dr Colijn's brochure is te vinden. Maar dàt vinden we, men houde het ons ten goede, in deze dagen niet genoeg als bijdrage van de christelijke, antirevolutionaire pers. Zulk een uitvoerig overzicht hebben we óók aangetroffen in ‘De Telegraaf’ (of het ‘Handelsblad’, misschien in beide, in één van die twee zéker). Voorzoover de uitdrukking ‘doodzwijgen’ misverstand kan wekken, willen wij dat graag achterhalen. Maar we vermoeden, dat het meerendeel van onze lezers ons niet heeft misverstaan: onze opmerking over het ‘niet hòeven’ doodzwijgen sloeg blijkbaar op het z.g. verbod, dat door den ‘Raad van Voorlichting’ heette uitgegeven te zijn. Wat ‘De Rotterdammer’ schreef op 2 Juli was vóór dit ‘verbod’. Immers, op 5 Juli werd door dezen ‘Raad’ uitgegeven mededeeling nr 16: ‘Medegedeeld wordt, dat verhandelingen en polemieken over de onlangs bij “De Standaard” uitgegeven brochure van Dr H. Colijn vanaf heden uit de kolommen der pers moeten worden geweerd’. Dat was op denzelfden dag, waarop deze heeren beweerden, dat ‘De Reformatie’ door de duitsche autoriteiten verboden was.
En nu biechten we eerlijk op: we hebben vaak geschreven, dat onze lezers de positie van onze christelijke pers goed moesten verstaan, en dat ze het zwaarder had, dan menigeen zich kon indenken. We hebben ook ‘De Rotterdammer’ niet willen treffen. want we voelen met het blad, dat strijd in eigen kringen