Bezet bezit
(1945)–K. Schilder– Auteursrecht onbekend
[pagina 99]
| |
17. Over ‘duistere manieren’.Ga naar voetnoot1)In ‘Volk en Vaderland’, 8e Jrg., no. 29, het orgaan der N.S.B., komt een artikeltje voor, waarin althans twéé van de vele onwaarheden de aandacht verdienen. Nummer één: ‘op de een of andere duistere manier is reeds het bericht uitgestrooid, dat “De Reformatie” verboden zou zijn geworden. Of dat een reclame-truc van den redacteur of uitgever is geweest, weten wij niet, maar het zou ons niet verwonderen. De professor hengelt er in ieder geval wel naar!’. Natuurlijk weten deze heeren beter. Ze hebben gelezen - het blijkt uit hun eigen woorden - wat er in ons blad stond. Dus weten ze ook, dat het valsche bericht inzake ons blad afkomstig was van den Raad van Voorlichting, zooals het instituut heet. De namen nog eens noemen? Goedewaagen, Rost van Tonningen, Meijer-Schwencke, Goedhuys, van Megchelen, v.d. Poel. Deze heeren, die nota bene aankondigen, dat ze in spoedgevallen gebruik zouden maken van het telexnet van het A.N.P., en dat suggesties, aanwijzingen, etc. van de overheid ook door hun ‘Mededeelingenblad’ zouden worden ter kennis gebracht, worden thans gladweg verloochend. Nu het zaakje mislukt is, en de oogen van velen ervoor zijn opengegaan, dat hun z.g. Raad geen wetgevend lichaam is, en ook geen uitvoerend lichaam. | |
[pagina 100]
| |
Nummer twee: ‘Verzoeken om bepaalde onderwerpen onder de gegeven omstandigheden niet aan te snijden, zijn voor hem (d.w.z. den Reformatie-redacteur) slechts aanleiding......’, en wat daar verder volgt. ‘Verzoeken’, het staat er heusch. En dan heb ik onzen lezers duidelijk genoeg verteld, wat natuurlijk deze scribent ook ter dege weet, dat er allemaal bevelen knetterden. Het is van af heden verboden in de couranten direct of zijdelings te gewagen van H.M. de Koningin, Prins Bern(h)ard, de ministers. Verhandelingen en polemieken over de brochure-Colijn DIENEN te worden geweerd uit de pers. En zoo voort. Naar dit quasi-officiëele geluid, het moge hun vergeven worden, hebben ook christelijke bladen geluisterd; ik weet het uit de beste bron. Ze hebben de brochure-Colijn laten doodzwijgen, denkende, soms zelfs schrijvende: ze màg niet besproken worden, het is verboden. Inmiddels kreeg de actie-Linthorst Homan alle kansen. Plus de nationaal-socialisten van Nederland. En nu bleek, dat we de heeren van den z.g. ‘Raad’ hebben doorzien, nu zeggen ze van dienzelfden hoek uit: het was geen verbod, maar alleen een verzoek. En zoo praat men zich er uit! (9 Augustus 1940.) |
|