de benaderingsmethoden tot het menselijk hart zijn, zo zei een wijs man, vervormingen ten aanzien der wortels om zo tot de gelijke te komen in het begin omdat het te jong en te klein niet het andere verdraagt naast zich zelf en bang is voor X-assen der vertwijfeling en grenswaarden zou oproepen daar waar het grenzeloze geschreven staat in de wisselende bewolking der ziel die de revolutie is om niets te sparen en de haat niet wegwerkt die ook het rustigsamenzijn van kat en lamp en spiegel op een gegeven ogenblik de dood wil aandoen die zich niet wil laten doden tenkoste van zich zelf door wie of wat dan ook en dan de knuppels grijpt en het hok onveilig maakt binnen het hart waarin alles zo mooi lag naar het meende en niet meer de rust gunt waarde revolte de vloeren reeds had opgebroken of het nu te volgen was of niet en wat de gevolgen waren of niet en of niet de liefde gebroken kon worden en of niet het huis omviel en wat ook meer nee niet om alles te laten vallen maar om de grenzen het ongelijk te geven dat zij aan stilstand meenden te kunnen trekken in een mensenhart waarvan de beweging de essentie is de eindige beweging die haar onsterfelijk maakt omdat zij sneller moet leven dan de natuur van een boom of een schildpad een diep schildpadden leven waarin niet alles wat kostbaar is binnen enkele kalenderjaren verbrand wordt maar waar de leeftijd gelijk is gesteld aan de eeuwen der bergen en de ravijnen der ziel zijn opgevuld met een bovenzinnelijk en licht water en waar de daad van twee lijven gedreven wordt door de duur van vele geslachten tot een eindeloos stil en oceaandiep orgasme van hergeboorten tussen de verschrompelde handen van de menselijke tijd en in het exosotherisch omhangen zijn van de tropische regens der groene oerwouden van boven en onder water die deze de ziel geven om nooit meer dood te gaan en te snel leven en hun de stenen onsterfelijkheid verlenen die ook een gekanteld stuk rots door mensen hand in het interval van de tijd gerukt en
beslagen tot zijn beeld nog heeft te midden van de wateren die komen en gaan maar de tongen verstijfd staan bij het aanschouwen van wat uit menselijk nul-