zie ik zou jullie geestgrond willen zijn, want de moeder woont onder deze aarde en onze voeten lopen op haar en zijn panisch van het brood bevangen dat de mond doet zeggen: vandaag wordt iedereen berecht! maar ik weet dat er soms grote en dikke en zachte mantels opengaan uit de aarde die zich om de blote schouders van een man en een vrouw leggen en hen de brandende kaarsen al in de hand hebben gegeven en heilige vitrines in hen openzetten en het leven dat geven wat het in wezen heeft dat van de koningen die runenschrift op hun hoofden dragen, geen boeken lezen, maar met één gebaar van hun handen het zevenhart bloot leggen en een openbaring in de ruimte slaan zoals het schrift is op hun hoofden... een ongeschreven droom die het leven door alle levens houdt een merkteken dat geen wereld ooit heeft verstaan en waarnaar te zoeken zij meende dat het tevergeefs was zo dacht zij gemakkelijker om de rookpluimen der nijverheid op te zetten en het beeld dat wroegde te verduisteren van dit is onze wereld de wereld van ons die wij gemaakt hebben en waarin wij graag sterven... maar die de mantels dragen en hun gang tertiair en bovenwinds gaan staan vlammend op de rookzuil als offer, zij zijn de koningen die niemand ziet en allen met schrik bevangen