Geuzenliedboek 1940-1945
(1975)–H.M. Mos, M.G. Schenk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 249]
| |
Arisch.Een groote laars, een plompe voet,
Een barsche mond, een hand met bloed,
Een leugentong, een huid van eelt,
Een worm, wanneer er één beveelt,
Een vechtmachine, dat Arisch is,
Da's 't ras, waar Duitschland trotsch op is.
Worteltje boven (bis)
Leve je weet-wel-wie.
Ik mag het niet zeggen (bis)
Leve je weet-wel-wie.
W is: Wij weten wat wij willen:
Wij willen Willemientje weer.
Duizend kleine Duitschertjes,
Die zwommen in de zee.
Ze namen hun geweertjes
En rubberbootjes mee.
Ze zwommen op hun buikjes,
Ze zwommen op hun rug.
Ze doken kopje onder en
Ze kwamen nooit terug.
Nederland is gevallen door verraad;
Engeland kwam natuurlijk weer te laat.
En die Hitler is een ploert,
Die op kleine landen loert.
Nederland is gevallen door verraad.
(Wijze van het Cowboyliedje: Come along;
Zuid-Afrikaansch:
Rij maar an, ossewa, rij maar an)
Moffen liegenaant.
En bedriegen
Maar het ‘siegen’
Lukt hen niet.
Ziet de tijden
Van 't bevrijden
Liggen in 't verschiet.
| |
[pagina 250]
| |
Een, twee, drie, vier, vijf, zes;
Parmentier geeft vliegerles.
Boven Bremen en Berlijn
In den held'ren maneschijn.
Hoor de sirenen loeien!
't Is maar voor de koeien!
's Morgens lees je in de krant
Er was niets aan de hand...
(Wijze: Kruispolka)
Hess, die is verdwenen (bis)
Hij nam opeens de beenen, (bis)
En kwam niet weer terug (bis)
Hij nam een Messerschmidtje mee
Met veel benzine.
Nu zitten ze in 't Moffenland te grienen!
|
|