Geuzenliedboek 1940-1945
(1975)–H.M. Mos, M.G. Schenk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 239]
| |
Rommelpot | |
[pagina 240]
| |
Puntdichten.aant.Op een Bankpresident:Rost pleit voor 't zuiver ras.
Hij stuurt de bastaards heen.
Maar vraagt gij: geeft dat pas?
Zijn spiegel antwoordt: Neen.
| |
Op een ‘burgemeester’:Hij was éérst bang voor de mijnen.
Hij is nú bang voor de Hunnen.
't Zal nog wel gebeuren kunnen,
Dat hij bang wordt voor de zijnen.
| |
Op een Secretaris-Generaal:Het voertuig van den wangeest onzer dagen
Noemt zich - wat holle trots! - een goede wagen.
Maar wie zóó Duitsch langs Hollands beemden jaagt,
Heeft om 's volks schimpnaam ‘rotkar’ zelf gevraagd.
| |
Op commissaris Backer:Deez' Backer kent zijn vak;
Elkeen schaft hij gebak.
Een poets bakt hij den Joodjes,
Den Duitschers zoete broodjes.
| |
Op een hoofdredacteur:Aan 't kleine vuil hoef ik niet mee te doen,
Want in het groote ben 'k voldoende Duitsch.
Mijn huik hangt naar den wind van het seizoen.
Ik speel dus nu fascist. Mijn naam is Huyts.
| |
Op S.L.A. Plekker:Hij klom op langs de ruggen
Van honderdduizend muggen.
Nu hoont hem 't volk: Slaap lekker!
Straks dreigt de kreet: Sla Plekker!
| |
[pagina 241]
| |
Op een inzameling:De mof vraagt koper, nikkel, tin en lood
Om strijd te voeren tegen Neêrlands vloot.
Hij schiet er onze Jantjes graag mee dood.
Kom, Neêrland, help dien Mof toch uit den nood.
| |
Op W. Hulstijn:Weert Wouter van de pers!
Want geef hem 't edelst fruit -
Met akelig gekners
Perst hij er leugens uit.
Voorjaar 1941.
|
|