Geuzenliedboek 1940-1945(1975)–H.M. Mos, M.G. Schenk– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende O Jeminee. Wijze: Toen onze mop een mopje was. Toen Mussert nog een musje was, Was hij nog heel gedwee, Maar toen de aad'laar binnenkwam Riep hij luidkeels: Hou zee! Refrein: Hou zee, hou zee, hou zee, hou zee, Riep hij luidkeels hou zee. Maar o, hoe zal dat weldra zijn? O jé, o jéminé. De mus kreeg praatjes, werd brutaal. Maar 't bleef bij veel geschreeuw. En door dat mooie zwarte hemd, Leek hij precies een spreeuw. Refrein: Hou zee, hou zee, hou zee, hou zee, Leek hij precies een spreeuw. Maar o, hoe zal dat weldra zijn? O jé, o jéminé. Zijn vriend, de bruine Adelaar, Dacht: Ga gerust je gang, Maak jij het soms wat al te bar, Dan krijg ik je wel bang, [pagina 228] [p. 228] Refrein: Sieg heil, sieg heil, sieg heil, sieg heil, Dan krijg ik je wel bang. En bang dat zal hij weldra zijn, Dat duurt heusch niet meer lang. En als de aad'laar vluchten moet, Waar blijft de zwarte spreeuw? Wel in de klauwen of den bek Van d'n Nederlandschen Leeuw. Refrein: O neen, o jé, o jéminé Waar blijft dat trotsch hou zee? Dat wordt gesmoord in klauw of bek Van d'n Nederlandschen Leeuw. Vorige Volgende