Geuzenliedboek 1940-1945(1975)–H.M. Mos, M.G. Schenk– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Moed, eer en trouw. Mussert heeft besloten een Nederlandsche S.S. op te richten die tot uiting zal brengen de hooge waarden, die de N.S.B. toekent aan de oude ridderlijke deugden: Moed, eer en trouw. Leider, mag ik u wat vragen? Weet u nog wel van 10 Mei? Toen wij vochten tegen Duitschland, Toen waart gij daar toch niet bij? Toen de Nederlandsche jongens Vielen door het Duitsche vuur; Toen hebt gij u laf verborgen Ergens in een boerenschuur. Leider, mag ik u eens vragen, Hoe durft gij van moed gewagen? Leider, hebt gij het verwoeste Rotterdam al eens gezien? En zoo ja, hoe kondt ge Göring Dan de klok van Lunteren biên? [pagina 225] [p. 225] Als men Neêrlands vrijheid afneemt, Doch gij buigt u diep terneer, Kruipend aan des vijands voeten, Vindt u dat een daad van eer? Leider, mag ik u eens vragen: Hoe durft gij van eer gewagen? Leider, gij spraakt in 't verleden Vaak van uw Oranjezin, En gij spraakt met dikke woorden Van uw trouw aan de Vorstin. Doch nu schimpt ge op Oranje En stelt Hitler bovenal. Met uw trouw is het, o leider, Dus een wonderlijk geval. Met wat walg'lijk onbehagen Hoor ik u van trouw gewagen. ‘Leider’ moogt ge zelf u noemen, Neêrlands leider zijt ge niet. Zelfs niet als de overheerscher U een leidersfunctie biedt. Nimmer zullen w' u erkennen Als den leider van ons land; Onze moed en eer en trouwe Blijft Oranje slechts verpand. Daarvan blijft tot 't eind der dagen, Het Oranjevolk gewagen. Vorige Volgende