Geuzenliedboek 1940-1945
(1975)–H.M. Mos, M.G. Schenk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 203]
| |
Vliegtuig boven Amsterdam.aant.Er lag een meeuw stil in een gracht
Die gevels spiegelde en ruiten
Rimpelde en vrouwen. Schuiten
Lagen rijp van bloemen, 'k dacht:
Hoe lang al ken ik deze stad
Waar vogels in het water varen;
Een man leeft roekeloos zijn jaren
Die vrienden, liefde, toekomst had.
'k Zag het hotel van eenen nacht,
De kamer, 't uitzicht op de Dam,
'k Zag maanlicht in mijn ramen staren.
Toen gleed een schaduw in de gracht,
Vloog loodrecht boven Amsterdam:
De laatste stad waar Joden waren.
|
|