Geuzenliedboek 1940-1945
(1975)–H.M. Mos, M.G. Schenk– Auteursrechtelijk beschermdHeldentum.aant.Ze kwamen 's nachts, toen alle menschen sliepen
en smeten onverwacht hun bommen af,
Recruten, die nog om hun moeder riepen,
ze vielen van hun stroozak in hun graf.
Eerst later werd gevochten aan de slooten
en op de lentehei van 't vaderland,
Granaten barstten en kartetsen floten,
Groot-Duitschland stak heel Holland in den brand.
Den Luchtmaarschalk begon het te verdrieten,
dat 't taai verzet nu nog geen einde nam,
Hij zag zich haast het ijz'ren kruis ontschieten
en gaf 't bevel: Vernietig Rotterdam.
Die slag was hèm. Het Volk had wel gezworen:
‘Elk vecht tot vechtende de Dood hem vindt
en tot de laatste man zal zijn verloren’......
Wij gunden Duitschland niet ons laatste kind.
| |
[pagina 131]
| |
Toen, zwijgend, werd tot d'overgaaf besloten.
Wij hebben God alleen ons leed verteld,
‘Das Militär’ zong met zijn bondgenooten
van ‘Deutschland über alles in der Welt’.
Sindsdien zijn w'allen in ons land aan 't zoeken
hoe men dit ‘Heldentum’ in 't Hollandsch noemt,
Wij vinden 't niet in onze woordenboeken,
dit fraais, waarop de nabuur zich beroemt.
Al denk je ook aan vunze kelderslekken,
die kruipen in hun kwijlend slijmrig spoor,
aan pissebedden en aan schurft'ge plekken,
Je vindt er nooit een definitie voor.
Zoo'n lage schurkendaad valt niet t' omschrijven,
Zoo iets kan in geen woorden vastgelegd.
Moet onze taal dit woord dan schuldig blijven?
Toch niet - 't is Duitsch - daar 's alles mee gezegd.
|
|