Geuzenliedboek 1940-1945
(1975)–H.M. Mos, M.G. Schenk– Auteursrechtelijk beschermdWaarom......aant.
Het kind:
Moeder, waarom heb ik honger
En krijg ik maar zoo weinig vet?
Waarom zegt U ‘zuinig an doen’.
Als U 't brood op tafel zet?
Waarom geeft de melkboer, moeder,
Minder dan hij vroeger dee?
Waarom drinkt U nooit geen koffie
En zoo nu en dan eens thee?
Waarom is nu bij den slager
Alles op en alles leeg,
En zegt hij, als U gaat koopen,
Dat hij zelf geen stukkie kreeg?
Vroeger liepen toch de weiden
Vol met vette koeien, moe,
Waar is alles toch gebleven?
Waar is 't eten toch naar toe?......
De moeder:
Kind, dat moet je mij niet vragen,
Je brengt moeder in gevaar,
De dieven, die het kwamen stelen,
Zeggen toch ‘Es ist nicht wahr’......
| |
[pagina 107]
| |
Het kind:
Moeder, moeder, waarom zie ik
Almaar vreemden op de straat,
En hoe komt het, dat U altijd
Stil en of U bang bent, praat?
Moesje hoeft niet bang te wezen,
Ze heeft toch geen kwaad gedaan!
Waarom zijn die vreemde mannen
Uit hun eigen land gegaan?
Waarom zie 'k ze altijd loopen
Met een pakje of een doos?
Eten zij wat ik moest hebben?
Moesje, maar dan word ik boos!......
De moeder:
Kind, dat zal je weinig baten,
't Recht der zwakken telt niet meer,
En die vreemden zijn soldaten,
En die hebben een geweer......
Het kind:
Moeder, weten die soldaten
Dan waar onze pappie is?
Kan je dan niet met ze praten
En zeggen, dat ik hem zoo mis......
Moeder, nou moet ik gaan schreien......
De moeder:
Kind, als groote menschen lijden
Voor een zaak die edel is,
Zijn ze in hun droefheid blij en
Zijn ze rijk in hun gemis;
Laat de andren machtig worden,
Eens verdwijnen ze als sneeuw,
Deze dag behoort den horden,
Maar aan óns de eeuw!
Het kind:
Moesje, dat kan 'k niet begrijpen......
De moeder:
Maar je leert het, jongen-mijn;
Kijk, de zon doet vruchten rijpen,
Een mensen rijpt door pijn......!
|
|