Geuzenliedboek 1940-1945
(1975)–H.M. Mos, M.G. Schenk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 93]
| |
Ballade van de waarheid.aant.Wanneer de Waarheid niet meer wordt gezeid,
gelijkt de ziel een landschap zonder regen:
de grond versmacht, de bloei is vóór den tijd
verdord, verschrompeld en de lucht staat tegen,
Als een rivier, die alles rijk bevloeit
en voortstroomt langs de zelfgebaande wegen,
zóó is de Waarheid, vrij en onbesnoeid -
maar leugen staat den Nederlander tegen.
Toen Jezus in het rechthuis werd gebracht,
gegeeseld als een boef, bespot, bespogen,
bleef hij gewapend met die ééne kracht:
de Waarheid als een vuursteen in Zijn oogen.
Zijn landvoogd en Zijn rechter zag hem aan:
‘Waar is de waarheid?’, klonk het laf verlegen.
Wij allen zien de Waarheid vóór ons staan -
en leugen staat den Nederlander tegen.
Oranje bond den strijd met Philips aan
en liet gelaten een rebel zich heeten,
voor Waarheid is een volk toen opgestaan,
voor Waarheid en de vrijheid van geweten.
Zoo menig held van 't lieve, lage land
heeft voor zijn heeren ongelijk gekregen:
hij nam zijn lot, hij bleef zijn zaak verpand -
want leugen staat den Nederlander tegen.
Nog nimmer is de Waarheid zóó ontkend,
zoozeer verminkt en listiglijk bemanteld
met veil gepraat, waaraan 't gemeen zich went,
als in dit uur, waarin een tijdperk kantelt.
De leugen zit ten troon en heeft de straat,
zij grijnst ons aan langs de vertrouwde wegen,
de leugen ranselt Waarheid in 't gelaat -
maar leugen staat den Nederlander tegen.
Prins Jezus, Die ons aller harten kent,
de nieren proeft en de tirannen ment,
wij hebben van dat gif genoeg gekregen.
Versla den vijand, die de Waarheid schendt! -
de leugen staat den Nederlander tegen.
|
|