Geuzenliedboek 1940-1945
(1975)–H.M. Mos, M.G. Schenk– Auteursrechtelijk beschermdEuropa, vernietig Japan.aant.Europa, vernietig Japan!
Nu! nu het nog kan.
De zuivere wil van uw blanke gewest,
het sap van uw zwellende vruchten,
uw wuivende wolkige luchten,
uw vrouwen van 't wetende west,
herinner u wel:
't is al op het spel
gezet van den Aap en den Man.
Europa, vernietig Japan!
Eens heeft er een klok door Europa geluid,
er heeft een heraut getrompetterd,
- en ze zeiden, de man die daar schettert,
is een komediant en een ijdeltuit:
die schalde de banroep der levenden uit:
‘Beschut, Europa! uw heerlijkste goed,
de barnende bron van uw bruisende bloed!’
- en ze zeiden, de man die daar bralt door 't land
| |
[pagina 25]
| |
is een ijdeltuit, een komediant -
hij zag hoe de roode zon kwam gerezen
aan 't strand van de vele, zoo vele Chineezen,
hoe ze kwamen gegleden van d' overkant,
en kropen met speren en sabels aan land.
Hij zag, en hij sloeg zich de pralende borst,
en riep: ‘Zie! ik zie!’ - en ze zeiden: Hansworst!
kom niet zoo parmantig gehuppeld. -
Ze hebben hem doodgeknuppeld,
De gelen waren tevreden.
De gelen kwamen gegleden.
Europa, vernietig Japan!
Nu! nu het nog kan.
Uw stormende wildheid
wassender jaren,
de koelte' uwer klare
vergevende mildheid,
uw trouwe van man jegens man,
herinner u wel:
't staat al op het spel.
Vernietig Japan!
Ze komen, Europa, ze komen gegleden,
ze komen hun schamel verleden uit,
hun erfdeel is klein, en ze komen om buit
uw morgen verschromp'len in 't heden.
Ze komen gegleden van d' overkant
en kruipen met speren en sabels aan land,
aan 't strand van de vele, zoo vele Chineezen.
Ze hebben al uw boeken gelezen,
en nooit een geheim vermoed noch ontsluierd;
ze hebben de eeuwen der jeugd verluierd,
ze zijn verhongerd en oud.
Maar ze hebben al uw boeken gelezen
en hun ziellooze brein, dat de bloesem verlept
en verdort het zaad, het onthoudt
elke formule en ieder recept.
Het mijmerend volk der zoovele Chineezen,
zij zullen het jagen en zullen het deelen
in compagnieën en regimenten,
en elk zal zoo'n schrompelend wezen bevelen.
Dat zullen hun vechtende slaven zijn.
Europa, Europa, de bloei uwer lenten,
de vrucht van uw bongerd, uw milden wijn,
't moet al in de vraat van die zwermen versmachten;
| |
[pagina 26]
| |
ze zullen uw weten en wijsheid niet achten,
ze kómen om kennis en schoonheid niet,
en niet om uwe beelden en niet om uw lied,
ze komen om de roof van uw renten,
uw kudden, uw oogsten, uw voedend gewas,
de weelde geteeld van uw duizend talenten,
om al wat honger en koude genas.
Ze zijn geen barbaren, ze zijn niet jong,
dood is de god, die hun wiegelied zong,
ze hebben niets om u te brengen,
geen bloed om aan uw bloed te mengen,
ze zijn ontschraald aan wat Wordt,
ze zijn vóór het Mensch-zijn verdord.
Ze komen om roof, maar om niets te vernieuwen,
ze komen om vraat, maar om telen noch huwen,
om te wonen, maar niet om te bouwen,
reeds huiv'ren uw wetende vrouwen:
ze komen uw heden en toekomst bederven;
maar kunnen u nimmer en nimmer beërven;
want hun vraat is uw goed
en hun drank is uw bloed,
zoo moeten ze met u sterven.
Europa, vernietig Japan!
Nu! nu het nog kan.
De zuivere wil van uw blanke gewest,
het sap van uw zwellende vruchten,
uw wuivende wolkige luchten,
uw vrouwen van 't wetende west
herinner u wel:
't is al op het spel
gezet van den Aap en den Man.
Vernietig Japan!
|
|