Geuzenliedboek 1940-1945
(1975)–H.M. Mos, M.G. Schenk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 21]
| |
Bij de geboorte van onze jongste prinses.aant.Prinsesje, dat ons werd geboren
In den schrikkelijken tijd
Van een wereld, schier verloren
In al Godverlatenheid.
Prinsesje, dat ons werd gegeven
Ver van het vaderlandsche huis,
Ver van uw erf en volk verdreven:
In ons hart hebt ge al uw thuis.
Tusschen onze angst en nooden
Was uw allereerste schrei,
't Teeken, dat uit duizend dooden
't Leven triomfeerend zij.
Bloesem in de woestenijen
Van ons zwaar geteisterd land,
Komt g' ons van de ban bevrijden,
Van de wanhoop en de schand.
Prinsesje, als g' uw eerste schreden
In de lage landen zet,
Zal uw volk u tegentreden
Onbelast en onbesmet.
Tusschen puin van Neerlands steden,
Zal 't verraad gebannen zijn,
Zal de storm zijn uitgestreden,
Holland zal weer Vrijland zijn.
Prinsesje, welk een moedvol hopen
Stroomt door ons gefolterd hart.
Hoe de vijand storm zal loopen,
Hoe zijn woede ons ook benard',
Taaier zal de weerstand groeien,
Feller ons verbeten zijn,
Tot gij bij ons op zult bloeien
Onder vredes zonneschijn.
|
|