Van den heilighen drien coninghen
(1914)–Johannes de Hildesheim– Auteursrecht onbekend
[pagina 295]
| |
II.Feret (La Faculté de Theologie de Paris, T. III, pag. 565) e.a. menen ten onrechte, dat Joannes de Hildesheim doctor theologiae was. | |
III.In tegenstelling met de bewering van Floss (Dreikönigenbuch, pag. 47) meen ik, dat de Vita Beati Eustorgii moet zijn geschreven na 1164. | |
IV.Ferguut (uitg. Verwijs, opnieuw bewerkt door Prof. Verdam), vs. 2380: Ferguut een twint hem niet verboet. Lees: verbloet. | |
V.Historie vanden Heilighen Drien Coninghen, pag. 103, fol. 20c: ende te lancs op die plaetse voer der hutten..... Lees: te hants. | |
VI.Historie enz., pag. 131, fol. 69b: ..... ende ontfenghen si in horen synagoghen..... Lees: ende ontsenghen. | |
VII.Het door Prof. Verdam (Verslagen en Mededeelingen der Koninkl. Akad. van Wetensch. Vierde reeks, 2e deel (1898), pag. 145 vlgg.) beschreven handschrift met berijmde getijden heeft, behalve om de door | |
[pagina 296]
| |
hem behandelde teksten (en om de versiering), deels waarde om e[en] vertaling der korte kruisgetijden, die van de gewone vertaling onafhankelik is. | |
VIII.Bij het schrijven van de Roskam heeft Vondel een satyre van Horatius voor zijn geest gehad. | |
IX.Naber (Vier Tijdgenooten, pag. 39) e.a. menen ten onrechte, dat de invloed van Potgieter op Busken Huet verkeerd is geweest. | |
X.Feist zegt in zijn werk Kultur, Ausbreitung und Herkunft der Indogermanen. Berlin 1913 (pag. 153 vlgg. en pag. 252 vlgg.), dat de Indogermanen de geit niet als huisdier hebben gekend en dat de melk bij hen geen gewoon voedingsmiddel is geweest. Uit de argumenten door hem aangehaald kan men met evenveel recht de omgekeerde konkluzie trekken. | |
XI.Parzival 653, vs. 9: de lezing van Leitzmann iuch is te verkiezen boven die van Lachmann in. | |
XII.De mening van Prof. Blok (Geschiedenis van het Nederlandsche Volk, 2e druk, pag. 485), dat het verdrag van Augsburg van 1548 zonder veel verzet in de Nederlanden is goedgekeurd, kan niet gelden voor Friesland. | |
XIII.Het verklaringsprincipe, opgesteld door K.J. Beloch in zijn artikel Die Volkszahl als Faktor und Gradmesser der historischen Entwicklung (H.Z. 111, 1913, S. 321) heeft methodies slechts een zeer beperkte waarde. | |
XIV.Voor de Hogere Burgerscholen moet de letterkunde als eindexamenvak worden afgeschaft. |
|