Verzameld werk. Deel 8(1978)–Arthur van Schendel– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 502] [p. 502] [De nacht is lauw van moeienis] De nacht is lauw van moeienis... De bladren murm'len zachtjens Van zuchten en van droefenis En langgeleden lachjens... Eens zong ik een lied van zegening Voor een kindje moe van 't spelen... O is de slaap een leniging Wen teedre hoofdjens wieglen, Dan wil al zacht in schemering Een kleine vogel kweelen, En spreien windjes vrediging Die langs de bloemen sieflen. O mocht nu wel dit moeie kind Een sluimering aanzweven, Van geuren licht een zoele wind Mij liever droomen weven... [1894 - 1895] Vorige Volgende