Verzameld werk. Deel 8(1978)–Arthur van Schendel– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 499] [p. 499] [- of helder als het beeld dat in wanhopig peizen] - of helder als het beeld dat in wanhopig peizen Een moede wandlaar soms verwonderlijk ziet rijzen En wijkend, hemelschlachend door zijn tranen gloort... O 'n enkel klein gerucht in de avondlucht gehoord - Een lach, een fluistren of verwijderd kinderdrensen - Roert wel in eenzaam gaande en droomerige menschen Een vreemd verlangen en een heimelijken lust Van nieuwe liefde, onsterflijk bloeiend, onbewust. Maar men vergeet zoo kalm bij eindeloozen regen Dat nog het leven duurt in wie 's terneêrgelegen In zwakheid; ach, een dood verlange' en een vreemd gerucht Gaan saêm vervluchten in een smartelooze zucht... Apeldoorn, augustus 1894 Vorige Volgende