een handbreedte achter hem het geblaas en gehijg van dat monsterlijk beest hoorde en er zelfs de hete adem van voelde.
Gelukkig was het strand nu vlakbij en men kon de zee een paar passen verder zien.
Zodra hij op het strand aankwam maakte de marionet een fraaie sprong, zoals een grote kikker zou doen, en kwam midden in het water terecht. Alidoro evenwel wilde stil blijven staan, maar door de vaart waarmee hij liep kwam hij eveneens in het water. En daar de ongelukkige niet zwemmen kon begon hij dadelijk met de poten te spartelen om zich boven water te houden, maar hoe meer hij spartelde hoe meer zijn kop eronder ging.
Toen hij zich omkeerde om zijn kop boven te houden had de stakkerd angstige, rollende ogen en hij blafte en hij riep: Ik verdrink, ik verdrink.
Net goed, antwoordde Pinocchio die zich nu buiten gevaar achtte.
Help mij, lieve Pinocchio, red mij van de dood.
Door die hartverscheurende kreten werd de marionet, die eigenlijk een best hart had, tot medelijden geroerd en terwijl hij naar de hond toezwom zeide hij: Maar als ik je help om je te redden, beloof je dan mij nooit meer te vervelen en achterna te lopen?
Dat beloof ik, dat beloof ik. Haast je alsjeblieft want als je nog een halve minuut wacht ben ik goed en wel gestorven.
Pinocchio aarzelde even. Maar toen herinnerde hij zich dat zijn pa altijd gezegd had dat men door een goede daad te doen nooit iets verliest, en hij zwom naar Alidoro toe. Hij pakte hem met beide handen bij de staart en trok hem veilig op de droge kant van het strand.
De arme hond kon niet eens op de poten staan. Zonder het te willen had hij zo veel zeewater gedronken dat hij er opgezwollen als een voetbal uitzag. De marionet van zijn kant, die hem niet al te veel wilde vertrouwen, achtte het voorzichtiger weer in het water te springen en terwijl hij zich van het strand verwijderde riep hij de geredde vriend toe: Vaarwel, Alidoro, goeie reis en de groeten thuis.
Vaarwel, Pinocchiootje, antwoordde de hond, erg bedankt, hoor, dat je me van de dood gered hebt. Je hebt me een grote dienst bewezen en in deze wereld komt loontje om zijn boontje. Bij gelegenheid praten we nog eens.