Iconografie
S.-Bernhard van Clairvaux wordt afgebeeld als abt met boek, bijenkorf - de honingzoete geleerde - en hond. Voor zijn geboorte droomde zijn moeder dat zij een blaffende witte hond met rode rug droeg.
S.-Rochus. Op afbeeldingen van de schutsheilige der leprozen staat een hond met een stuk brood in de bek. S.-Rochus verpleegde in Piacenza de pestlijders. Toen hijzelf door de kwaal was aangestoken werd hij uit de stad verbannen. De hond van een zekere Gothard bracht hem dagelijks een stuk brood dat hij van zijn baas had gekregen.
S.-Parthenius, bisschop van Lampsaeus aan de Hellespont, (vierde eeuw), voorgesteld met een dolle hond, die hij gedood had door steken in de vorm van een kruis.
S.-Petrus Canisius wordt met een hond afgebeeld.
S.-Sira, martelares, (zesde eeuw), met de honden die haar lijk niet aanraakten dat hun, nadat zij gewurgd was, werd toegeworpen.
S.-Benignus, ongeveer 150 na Chr., martelaar. Afgebeeld als priester met sleutel en honden. Hij werd opgesloten met twaalf wilde honden, die hem echter niet deerden, en daarna doorstoken.
S.-Godefridus, bisschop van Amiens, begin twaalfde eeuw. Hij preekte tegen het huwelijk van priesters. Afgebeeld met de hond, die stierf door het vergif dat voor hem bestemd was.
S.-Colomba, onthoofd 273. Met hond en brandstapel.
S.-Onofrius, kluizenaar. Voorgesteld in bladeren gekleed en vervolgd door honden en jagers, die hem voor een dier hielden.