Maar voor een treurig einde aan de loop der liefde hoefden zij niet te vrezen want de geest van de vrolijkheid zelf was ontwaakt met rappe vleugels. Wel werden zij even herinnerd aan de mogelijkheid dat de liefde tot rood bloed en zwarte rouw kan voeren toen het grotesk gezelschap van Bottom optrad om de rollen van hun tragedie uit het hoofd te leren. Zij behoorden echter tot het ongeletterd mindervolk en een ieder wist dat de eenvoudige man van de liefde bovenal het droevig gezicht en de tranen zag. Het treurspel, door Bottom ter vertoning uitgekozen, was het enige dat aanwees hoe er in het ander deel der tegenstelling onheil school. Donkere gedachten nu en tranen kwamen hier niet te pas, vandaar dat men met zulk soort creaturen als deze Atheense ambachtslieden duchtig de gek mocht steken. Zotskappen werden zij zoals de toeschouwers dat verstonden, veel dommer dan zijzelf.
Met de twee paren minnaars, stuivertje-wisselend met hun harten, was het een ander geval, zij werden dwazen onder betovering en zij konden het niet helpen dat zij dwaalden in het woud en er bij de neus werden geleid, ver van de liefde naar ontrouw, twist en haat, en terug.
Zelfs de feeën verdwaasden en dat was een zeldzaam verschijnsel, want men denke niet dat zij gewone feeën waren zoals die welke het landvolk kende, kloeke vrouwspersonen blank als melk of groen als de jonge hagedoorn, feeën die er genoegen in schepten zich met de mensen in te laten. Deze schepsels behoorden tot een wereld van fijner maaksel, er zijn er na hen nooit zo tedere voortgebracht. Het kwam maar door een toeval dat zij zich in dit bos bevonden, een onenigheid tussen hun koning en hun koningin. Dat werd een ernstige zaak van wil tegen wil, hard tegen hard alsof zij mensen waren, en dat alles om een speelgoed. Natuurlijk kon Oberon zijn Titania gemakkelijk overwinnen door haar de ogen te openen, zodat zij zag hoe zij zich vergist had en hoe zot de mensen waren. Toen konden de toeschouwers de tweede wijsheid vernemen van de geest der vrolijkheid:
Lord, what fools these mortals be!
Bij het aanbreken van de dag met die heerlijke muziek der honden - so musical a discord, such sweet thunder - mochten zij de derde horen uit de mond van hem die zij voor de grootste zot