Meleager en Atalante
(1966)–Lukas Schermer– Auteursrechtelijk beschermdV. ConclusieDe structuur van Meleager en Atalante is gebouwd op de beginselen van het nieuw-klassieke of Frans-classicistische drama. Ook in andere opzichten volgt Schermer de regels van een dergelijke traditie. Schokkende gebeurtenissen worden op het toneel niet uitgebeeld, er zijn geen massale groeperingen, moord en doodslag vinden niet op het toneel plaats: de jacht, de dood van Plexippus, Alkmene en Althea worden door Licidas en Dianira, die als boden fungeren, verhaald. Het spel is uitbeelding van psychische conflicten, zoals dat uit de karaktertekening is gebleken, al moeten wij daaraan aanstonds toevoegen dat Schermer in dit opzicht heel oppervlakkig blijft. De | |
[pagina 31]
| |
liefde speelt een grote rol, is zelfs het hoofdthema van het spel. Ter uitdieping en verheviging van de liefdesconflicten heeft Schermer de figuur van Alkmene, in afwijking van de door Ovidius gegeven fabula, ingevoegd. Dat hij de beide broers, Toxeus en Plexippus, tot één figuur heeft teruggebracht, en deze, Plexippus, tot vader maakte van Alkmene, hangt eveneens samen met het streven naar eenheid in de liefdesaffaire. Het verzet van Plexippus tegen Meleager krijgt daardoor een grotere waarschijnlijkheid dan het bij Ovidius had. Het aantal spelers is volgens de voorschriften gering: vier mannen en vier vrouwen met sprekende rollen en verder enige zwijgende figuranten uit het gevolg van Eneus enerzijds en dat van Atalante anderzijds. Wij kunnen de spelers in drie groepen verdelen: antagonistisch staan tegenover elkaar Meleager en Atalante, bij wie zich Dianira aansluit, en hun tegenstanders Plexippus en Alkmene. Eneus en Althea vormen de tussengroep, die nu eens neigt naar de ene dan weer naar de andere partij. Licidas als bode en de figuranten zijn neutraal. De grondregel van het Frans-classicisme, de regel van de waarschijnlijkheid, heeft Schermer ongetwijfeld doen besluiten het motief van het levenshout, als te ongeloofwaardig, uit de fabula te elimineren; een tweede reden zal geweest zijn, dat het motief van de moederfiguur die kan beschikken over het leven van haar zoon, een tweede hoofdthema naast het liefdesthema zou veroorzaakt hebben, wat een verstoring van de geslotenheid van de éne handeling zou hebben betekend. Dat Althea niet als in het Ovidiaanse verhaal zelfmoord pleegt maar van smart sterft, is in overeenstemming met het karakter dat Schermer haar in zijn tragedie heeft gegeven. Een zelfmoord van Althea - dit geldt niet voor Alkmene, die in de liefdesgeschiedenis een essentiële rol speelt - zou bovendien een te tragisch accent op een nevenfiguur gelegd hebben: Althea behoort niet tot de belagers van Meleager zolang het gaat om zijn liefde tot Atalante, zij staat haar zoon pas naar het leven als hij haar broeder heeft gedood. Zij wankelt dan tussen beide partijen en doet geen keus, tenslotte. In de Franse bewerkingen van de fabula treffen wij twee | |
[pagina 32]
| |
hoofdthema'sGa naar voetnoot1 in juxta-positie aan, waardoor deze tragedies eenheid missen. In strijd met de eis van de waarschijnlijkheid zijn de monologen. In Schermers tragedie komen deze nogal eens voor, zelfs volgens een zeker systeem: de eerste vier bedrijven eindigen alle met een korte monoloog. In het eerste en vijfde bedrijf komen monologen ook nog op andere plaatsen voor (Ic en Vb), bovendien zijn ze zeker te lang om waarschijnlijk te zijn. Dat Schermer aan zijn tragedie een exitus felix, een althans voor de hoofdpersonen gelukkige afloop heeft gegeven, in afwijking van de traditie in de fabula, is gezien het centrale thema van de ware liefde begrijpelijk, bovendien bleef Schermer ermede binnen de eisen van het classicistische dramaGa naar voetnoot2. De gelieven, die elkaar werkelijk beminnen, triomferen, hun belagers vinden de dood. Volgens sommige theoretici was een al of niet gelukkige afloop van de tragedie indifferent, anderen spreken in een geval als het onze liever van een tragi-comedie. Schermer zelf noemde zijn toneelstuk op het titelblad uitdrukkelijk een tragedie. De hemelse stem bij het sterven van Althea in de laatste scène mogen wij als een deux ex machina beschouwen, evenwel van een sterk verzwakte soort en niet geheel met de waarschijnlijkheid in strijd. In wezen grijpt de hogere macht niet in de hoofdhandeling in, de stem deelt slechts mede dat Diana door de dood van het geslacht van Testius bevredigd is. De hemel bekrachtigt slechts wat in werkelijkheid reeds tot stand is gekomen: de vereniging van de gelieven en de ondergang van hun belagers. Aan het slot van de tragedie wordt geheel het gebeuren door de hemelse stem nadrukkelijk geplaatst op het plan van een hogere orde.
Schermers treurspel Meleager en Atalante van 1710 behoort tot de eerste oorspronkelijke (niet vertaalde) treurspelen in Frans- | |
[pagina 33]
| |
classicistische trant. Lukas Rotgans ging hem voor met zijn Eneas en Turnus (1705) en Scilla (1709), voor welk laatste Rotgans de stof ontleende aan hetzelfde boek van Ovidius' Metamorfosen, waarin ook Schermer de stof voor zijn tragedie vond. Kornelis Boon volgde spoedig met Mirra (1714) naar een fabula uit het Xde boek van Ovidius' Metamorfosen en Huydecoper met drie treurspelen, De triompheerende standvastigheid of verydelde wraakzucht (1717) naar De Gauthier de la Calprenèdes roman Cléopatre, vervolgens het spel waarmede hij grote roem verwierf, Achilles (1719), en tenslotte een treurspel van geheel eigen vinding, Arzases of edelmoedig verraad (1722). De stof die Schermer voor zijn tragedie koos, bood in de grootse jacht op het everzwijn een mogelijkheid tot heldentoon en in de tragische wankelmoedigheid van Althea, aarzelend of zij bij het bepalen van haar houding t.o.v. haar zoon Meleager die haar broer(s) doodde, zich de sparende moeder of de wrekende zuster moest tonen, voor de klassieke tragedie alle kansen. Naarmate aan de liefdesgeschiedenis van Meleager en Atalante een grotere plaats werd gegeven, nam de tweeslachtigheid van het drama door de juxta-positie van het liefdesthema en het moeder-zusterconflict toe. Schermer elimineerde de Altheaproblematiek nagenoeg en wist er een geïntegreerde plaats aan te geven in de hoofdhandeling, de ontwikkeling van de liefdesgeschiedenis tussen Meleager en Atalante, zodat een eenheid verkregen werd. Naar de vorm voldoet zijn treurspel geheel aan de eisen van de classicistische leer, naar de inhoud vertegenwoordigt het m.i. een faze tussen de harde, realistische, vaak duister-grote tragiek van het klassieke drama en het verfijnde, precieuze, in hoofdzaak op het erotische gerichte spel, dat dan evenwel steeds meer het karakter van de echte tragedie gaat verliezenGa naar voetnoot1. In zoverre behoort Schermers Meleager en Atalante tot de nieuwere tijd. Het grondmotief, de eigen keuze in de liefde en het verwerpen | |
[pagina 34]
| |
van de gedwongen min, wijst reeds naar de Verlichting. Door het ontbreken van een aanvaardbare psychologische ontwikkeling bij de hoofdpersonen, van een wezenlijk innerlijke strijd, - ik ben het daarin geheel eens met Te Winkel - is Schermers Meleager en Atalante als treurspel, als op te voeren toneelstuk ook, minder geslaagd. Toch heeft het werk zijn kwaliteiten, maar deze liggen niet op het dramatisch terrein. Door de fijnzinnige vers-structuur en de voornaam-zoete stijl, ‘zooals een concert van fluiten’, behoort Schermers spel tot de precieusheid van de vroege achttiende eeuw, tot de kunst van een fijne stijl, die wij misschien die van het rococo mogen noemen, een stijl die vooral de belangrijkste lyrici van deze periode, waartoe Schermer gerekend dient te worden, kenmerkt. Ook in zijn tragedie toont Schermer zich meer de lyrisch begaafde dichterGa naar voetnoot1. |
|