Met het schrijven van dit boek hadden wij een dubbele bedoeling. Enerzijds trachtten wij de bestaande kennis omtrent kindertaalverwerving uit buitenlandse literatuur samen te vatten, en de voornaamste probleemgebieden van het onderwerp aan te geven. Daarnaast trachtten wij meer specifiek een overzicht te geven van het onderzoek dat tot nu toe in het Nederlands over dit onderwerp werd verricht. Deze onderzoeken worden besproken, samengevat en aangevuld met eigen onderzoeksgegevens, zodat het resultaat een overzicht wordt van hoe het Nederlandstalig kind zijn taal leert, van de geboorte tot 5 jaar. Deze verwerving wordt beschreven in opeenvolgende ontwikkelingsfasen. Elk van deze ontwikkelingsstadia, en de taalverwervingsmechanismen die beschreven worden, worden telkens geïllustreerd met veel concrete uitspraken van diverse kinderen. Van deze kinderen en hun observator werd een index bijgevoegd. Niet altijd, maar dikwijls gaat het om uitingen van Zuidnederlandse kinderen, wat, naar wij hopen, bij de Noordnederlandse lezer alleen maar als een verrijking kan overkomen. Bovendien werd er een extra inspanning gedaan om volledige bronvermelding te geven van het specifiek Nederlandstalig onderzoek; aan het einde van elk hoofdstuk wordt een selectieve literatuuropgave gegeven voor wie zich verder in een bepaald aspect of een bepaalde ontwikkelingsfase wil verdiepen.
Zoals de lezer zal merken bij de lectuur van het boek blijken er nog enorme lacunes te bestaan in de studie der taalontwikkeling in het Nederlands. Deze lacunes kan men nog precies beschrijven met de woorden van T.J. De Boer (1913), die, bij ons weten, de allereerste lezing hield over het onderwerp kindertaal in ons taalgebied: ‘Ik merk nog op dat de literatuur over ons onderwerp zeer ongelijk verdeeld is. Over het leren spreken van 1-3 jaar is zeer veel geschreven, van 4-6 jaar is er minder, het minst over de schooljaren.’ Daarnaast dringen zich recent ook meer vragen op over de problemen van afwijkende taalontwikkeling en over de exacte relatie tussen taalontwikkeling en andere ontwikkelingsaspecten van het kind. Dit boek wil dan ook mede een aansporing zijn voor verder onderzoek omtrent deze materie. De lezer die hier eventueel toe zou besluiten, zou de auteur in elk geval een groot genoegen doen door haar van dat onderzoek op de hoogte te stellen.
Voor het opzoeken en doornemen van diverse bronnen omtrent specifiek Nederlandstalig onderzoek ben ik veel dank verschuldigd aan mijn medewerker Lic. M. Dupont, voor het opzoeken van de gegevens