Dagblad van het Oosten (19-7-1980): ‘Maarten Schakel, de laatste burgemeester in de Kamer.’
Telegraaf (4-10-1980): ‘Kamer wordt achtergelaten in draaikolk van verminderend fatsoen, slechte stijl, malle kleding en verloederd taalgebruik.’
Het Nieuwsblad van het Zuiden (12-4-1980): ‘Schakel geeft pijp aan Maarten.’ ‘Volgens een oude Heerhugowaardse wijsheid weet een koe waar haar staart voor dient als zij haar kwijt is. Als vice-voorzitter van de Kamer ontpopte Schakel zich als een betrouwbare en efficiënte leider van de debatten.’ ‘Als er in de Tweede Kamer iets geks gezegd wordt kun je soms boven de algemene hilariteit uit een daverende lach horen klinken. Die lach is zo daverend, dat de kalk van het plafond omlaag dwarrelt en de koperen luchters meetrillen. Achter die lach zit dan Maarten Schakel te schuddebuiken.’
Dagblad van Noord-Limburg (3-1-1981): ‘Maarten Schakel gaat naar huis. Afscheid van een licht ontvlambaar conservatief.’
Algemeen Dagblad (7-2-1981): ‘De ware Schakel.’ Tussenkopje: ‘Ik heb de politieke denkwereld van de boer uit de Alblasserwaard.’ nrc-Handelsblad (28-4-1981): ‘De laatste der mannenbroeders’, door Marc Chavannes. ‘Trouw, politieke bedrevenheid en respectabiliteit zijn de eigenschappen, die Maarten Schakel uitstraalt.’
Dit artikel was de directe aanleiding voor mijn uitgever Gaarlandt om contact op te nemen over een autobiografie. Ik hoop voor hem dat ik ernaast zat, toen ik in het Algemeen Dagblad van 30 november 1978 op de vraag of ik memoires zou schrijven, antwoordde: ‘Neen, ik betwijfel of daar een markt voor is. Nederland staat niet te trappelen om mijn memoires.’
Op 9 juni 1981 was het zo ver. Na 6062 dagen Kamer-diensttijd - ik diende in zeventien jaar zeventien moties in, alsmede 83 schriftelijke vragen - viel het doek.
Gelijk op prinsjesdag 1964 zat Anna in de ambtenarenloge. Daar hoorde zij Dolman 22 scheidende kamerleden ieder persoonlijk toespreken. Het afscheidswoord aan mijn adres was: ‘Vaarwel, eerste ondervoorzitter der Kamer, voorzitter voor de Vaste Commissie voor Verkeer en Waterstaat, beste redenaar onder ons, ruiterlijk tegenstander en trouwe vriend, wij benijden al diegenen die van de toegenomen tijd voor al je nevenfuncties zullen profiteren.’
Trouw had een leuke foto van de afscheidsborrel: het scheidende kamerlid tussen pvda-voorman Den Uyl en informateur Lubbers in een vrolijke bui.