De oogst van de elkaar opvolgende ministers aan uitbreiding van centrumgemeenten was in de periode die ik kan overzien groot en meestal zonder tarra-aftrek door de Kamer. Persoonlijk probeerde ik het tweemaal (Arnhem, Groningen), zonder succes.
Als kleinere kernen die in mijn periode uitbreiding kregen, zijn te noemen: Delfzijl, Sneek, Steenwijk, Spijkenisse, Gorinchem en Gennep.
Grotere (vele in Brabant): Hoogeveen, Amersfoort (Hoogland werd geannexeerd), Dordrecht assumeerde Dubbeldam, Deventer haalde het in de Tweede Kamer en sneuvelde in de Eerste Kamer, Breda, Tilburg, Eindhoven en Helmond.
Van de elf provinciale hoofdsteden: Groningen, Zwolle, Arnhem, Utrecht, Den Bosch, Middelburg en Maastricht.
Gemeenten die de overloop van de noordvleugel van de Randstad moeten opvangen: Alkmaar, Hoorn en Purmerend.
Ik was getuige van het duel tussen minister Toxopeus en kamerlid Scheps over de Bijlmermeer: onder Amsterdam (Scheps) of in een sterke randgemeente (Toxopeus). Scheps won de slag en kreeg zijn nacht.
Op 22 september 1965 behandelde ik voor de ar-fractie mijn eerste herindelingswet: Arnhem. Het wetsontwerp schoof de zuidgrens van Arnhem een fiks eind de Betuwe in. Het kerkdorp Elden werd geannexeerd. Ik kende het betrokken gebied van de vierdaagse. Op de eerste marsdag leidt de route van 55 kilometer vanaf Huissen aan de Rijndijk via Elden naar Driel. Vanaf die dijk ontvouwde zich eertijds een uniek panorama: op de voorgrond de brede uiterwaarde, dan de Rijn en dan de uit de vlakte oprijzende, beboste Veluwerand. Arnhemse nieuwbouwwijken zouden dat beeld ingrijpend wijzigen. Om het ‘schilderijtje’ nog wat te vervolmaken, ‘tekende’ ik koeien ‘in’, die tot aan de uiers in de ochtendnevel stonden.
Het mocht niet baten. Mijn amendement om Elden niet aan Arnhem te hechten kreeg geen meerderheid. Feyenoord verloor die dag (woensdag 22 september 1965) trouwens ook: van Real Madrid.
Een zelfde lot was mijn amendement beschoren, dat Hoogkerk buiten Groningen wilde houden. Het werd verworpen met 66 tegen 47 stemmen. (20 september 1967).
En om het drietal vol te maken: een poging om Assendelft en Krommenie naast Zaanstad te laten voortbestaan, leed schipbreuk