beleven en er elk naar zijn aard op reageeren. Doch evenmin vergete men, hoe de roman zich ondertusschen in een historisch kader beweegt, en men verwijte ons dus niet opnieuw, dat in de jaren 1921 en 1922 de personages van den roman niet verontwaardigder zijn over feiten, die in 1924 en 1925 nog gebeuren moeten...
Men zal ook goed doen, in deze bladzijden niet, onmiddellijk, ons oordeel over den oorlog te willen vinden, maar veeleer de wijze, waarop een aantal Italianen den oorlog ervoeren en begrepen.
Al naarmate inmiddels dit tweede deel vorm begon aan te nemen, vroegen wij ons andermaal af, of het gegeven niet den omvang ook van dit boek te buiten ging. Zou niet een harmonischer geheel ontstaan, als na een tweede deel, dat het negatieve conflict ging brengen, de blinde vraag, - een derde zich bewegen zou in de positieve sfeer van een antwoord?
Zoo moesten wij, halfweg het werk gekomen, onze uitgevers waarschuwen, dat een derde deel onvermijdelijk was. En wij waren erop gesteld, zelve dezen loop van zaken hier uiteen te zetten, in de hoop, dat ook de lezer ons den tegenslag zal willen vergeven, ditmaal nog niet het einde te zien van Renato Focardi's historie.
DE SCHRIJVERS.