Dichtbundeltje voor de Surinaamsche jeugd(1853)–C. van Schaick– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 50] [p. 50] Het pronkziek missie. 'k Zag maar zelden zoo'n toilet! Uiterst keurig, uiterst net! Wat al lintjens, wat al strikjens, Wat al kantjens, wat al kwikjens, Wat al staatsie! wat al tooi! Missie lief! wat ben je mooi! Maar vergeef mij dat ik 't zeg, 't Neemt wat tijd en centen weg. - Al dat pronken en dat pralen, Moet men schrikklijk duur betalen. Uren voor den spiegel staan, Doet zoo veel verloren gaan. Kap wat minder, werk wat meer! Missie! dat verstrekt tot eer. Dat maakt waarlijk lief en aardig; Dat maakt ieders achting waardig; Vlijt en vroomheid maken mooi! Missie! dát 's de schoonste tooi. Vorige Volgende