Dichtbundeltje voor de Surinaamsche jeugd
(1853)–C. van Schaick– Auteursrechtvrij
[pagina 25]
| |
'k Heb geen rust meer en geen duur.
Sloeg de klok maar zeven!
'k Hoor dunkt mij reeds, o wat pret!
Fluit, triangel, trom, klarnet.
O! dat zal wat geven!
Klokjenlief! - och! sla toch maar!
Zie, ik ben zoo lang al klaar,
Sla toch nu maar zeven!
'k Heb van avond vrij wat kans
Voor galop, walz, contredans. -
't Is zoo recht pleizierig.
'k Hoop dat William er is,
Anders loopt het misschien mis;
En hij danst zoo zwierig.
Maar zoo als Mama-lief zegt,
En zij heeft voorzeker recht:
Uit de tocht gebleven.
Menig, die er niet op let,
Wordt heel ziek en moet naar bed,
Ja verliest het leven.
|
|