Narrenwijsheid en ander onkruid(1961)–J.C. van Schagen– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 67] [p. 67] Nachtschade die blonde Bestie We zijn in Transvaal mijn vrouw en ik en het kindje we zijn in een kleine smalle kamer het is een vreemde kamer, kaal en schemerig geen ramen, geen deuren, alleen één wand wijdopen het is eigenlijk meer een portiek het is of ze stilaan smaller wordt iets dringt ons naar het open gat vóór het open gat is een klein bordesje, een treetje nog en dan de wijde vlakte in de zon daarbuiten graast een troepje kaffers vale wezens in het vale gras het lijkt wel of ze een vacht hebben een rosblonde apenvacht het zijn eigenlijk geen mensen meer, zegt Willy naast me ze komen nader, het is nu goed te zien het zijn dieren ze hebben ons nog niet opgemerkt er is geen gevaar hoe willekeurig kan het toeval tuimelen ze naderen nu wel een grote bok komt voor het bordesje de kamer is nu zeer smal geworden, we moeten in het deurgat staan hij loenst naar ons, af en toe doet of hij ons niet ziet zijn koude, domme ogen Willy's hand is op mijn arm lelijke domme ogen heeft hij hij waagt het, iets langer op te zien ik heb alleen mijn buksje, waar je kleine balletjes ge- kauwd papier mee schiet [pagina 68] [p. 68] ze rollen leuterig langs zijn grove vacht de bespottelijke deegballetjes de stommeling merkt het niet eens ik zal ze hem in de ogen moeten schieten hij vindt het niet lekker, weer ziet hij op langer nu in zijn ogen is een rossig weerlichten nu, heel ver er komt een vreemde vastheid in zijn lelijke ogen zijn wrede ogen we zijn nu oog in oog weten aan weten borst aan borst hij wordt onnoemlijk groot, de schoft, o god nu moet het met de kolf een blind verzinken, weg in witte stormen pijn ik beuk op iets, dat onder me ligt iets donkers dat kraakt op de nek van iets donkers dat versuft is, maar het leeft ik beuk maar, ik braak van weerzin maar het moet ik moet zeker zijn het moèt dood, ik mag niet ophouden eenvoudig nek afkraken, zegt een zakelijke stem naast me dan is er een bruine mist van walging wakker 37•5 Vorige Volgende