Rogier, dat is de harde nek, dat is het donker bloed, dat zijn de scherpe ogen van de boeren van mijn eiland
Rogier, dat is de oude toren aan zee waar 's nachts de vuren branden.
Rogier, dat is de hartstocht van eiken
Rogier, dat is de macht van de basalten golfbrekers
Rogier, dat zijn de breedgeschofte paarden van mijn eiland
Rogier zal zijn naam zijn en hij zal hem dragen onder het volk als een rode mantel
Rogier, hij zal de roede voeren
een heiden zal hij zijn, dan zal hij zijn liefde niet rekenen
hij zal een stortstroom zijn van de bergen naar zee
een heiden zal hij zijn, dan zal hij naar de vrucht niet reiken
hij zal zwerven zonder doel en de aarde zal bloeien onder zijn voet
een heiden zal hij zijn, dan zal hij niet zoeken
maar de verborgen ader zal hem trekken
een heiden zal hij zijn, dan zal hij wonderen zien waar hij gaat
hij zal altijd het liedje horen
een heiden zal hij zijn, dan zal hij veranderen van dag tot dag
hij zal niets bewaren
een heiden zal hij zijn, dan zal hij aan de voeten van de grote Moeder spelen
hij zal geen grenzen kennen
een heiden zal hij zijn, dan zal hij zwijgen en verwerpen
niemand zal hem onderwerpen
niemand zal hem kennen