begrafenis niet eens eerste klasse! En toespraken waren er-ook niet gehouden; en geen kransen of bloemen meegegeven. Want, het zendings-genootschap had wel, uit hoofde der verdiensten van de zoo jong-gestorven zendelingsvrouw, en vooral om haar nog levenden man, den Broeder-ginds, te eeren, aangeboden voor een gepaste dosis aardsche eerbewijzingen zorg te dragen, maar vader en moeder van der Grijp waren te oprecht-bedroefd, om niet in te zien, hoe zij in den geest der overledene-zelve handelden door voor al dien ijdelheid-poespas te bedanken. En zoo was de kist zonder woorden of praal verdwenen in den geopenden grafkuil, en zelfs de aanwezigheid van den Excellentie-baron was onopgemerkt voorbijgegaan, omdat er geen nieuwsgierigen of courantenverslaggevers tegenwoordig waren geweest natuurlijk. -
- Maar nu gold het de vrouw van een hooggeplaatste in den lande, bij wier begrafenis iedereen, die wat beteekende in den Haag van stand of van positie, meemoest, lust of geen lust. Nooit had de bescheidene, verlegene, zich steeds angstvallig achteraf houdende mevrouw Eduma de Witt zoo'n hoofdrol gespeeld in haar leven, als nu op het moment van haar heengaan daaruit. En haar schoonzoon, de Ex-excellentie, baron Govert-Jaap Stinia van De Ekenhuize, een van de rijkste mannen des lands, speelde nu nevens den rouwbefloersten en gepast-aangedaan-zich gedragenden Excellentie-zelf, een hoofdrol mee.
Het was wezenlijk, voor al wie oog heeft voor zoo iets ‘indrukwekkends’, een heel ‘aandoenlijk’ gezicht, die weduwnaar, nog zoo'n knappe statige man, en de élégante slanke Sjoerd, en de deftige solide Govert-Jaap, - heusch allen rouwdragers achter het lijk waarmee je voor den dag kon komen, als je dan toch dood moest gaan! - Om van de breede schare ‘belangstellenden’ niet te spreken, de collega-ministers, allerlei Kamerleden van allerlei richtingen en nuances en partijen, en 't lid van den Raad van State Horstenboer, 'n beetje moeilijk loopend wel, maar toch nog z'n chic air over zich, en de Vaandel-redacteur-Leider, en de redacteuren van verscheidene kleinere christelijke Bladen, en allerlei Deputaten en Vrije-universiteits-mannen, uit de Amsterdamsche kringen waartoe de overledene van huis-uit behoorde. - -
Gelukkig dat het 'n zachte windstille morgen was, zoodat de heeren zich niet al te veel inwendig behoefden bezorgd te maken, omdat al die vele speechen wel wat gevaarlijk waren voor hun oude kale hoofden, die meestal zaten op vrij-caduque lichamen.
Want, daar hadt je b.v. de Leider, die wel wat al te breedsprakig zijn redenaarstalenten botvierde. Alles goed en wel, maar hij moest bedenken, dat hij er niet alléén was om zichzelf te